Force India’s adjunct-teambaas Bob Fernley is van plan om met Paul di Resta en Nico Hülkenberg over hun start-incident van gisteren te spreken, om zo te voorkomen dat dit zich herhaalt of voor problemen tussen de coureurs zorgt.

Hülkenberg en Di Resta gingen gisteren van de tiende en twaalfde plaats van start, waarna ze elkaar in de eerste bocht tegenkwamen terwijl ze met elkaar en Sauber-coureur Sergio Pérez aan het knokken waren.

De Force India-coureurs raakten elkaar echter, waarbij Hülkenbergs voorwielophanging beschadigd raakte en Di Resta een lekke band opliep. Voor Hülkenberg betekende dit gelijk einde race, terwijl Di Resta naar de pits moest voor een nieuw setje banden.

Di Resta kwam daarna als laatste weer naar buiten, maar had het geluk dat de safety car (tot twee keer toe) de baan op kwam, waardoor hij niet op achterstand hoefde rond te rijden en zich alsnog naar een positie in de punten – de negende plek – kon opwerken.

Na afloop van de race lieten beide coureurs optekenen niet te weten wat zich precies had afgespeeld in de eerste bocht, maar Fernley is vastbesloten dat uit te zoeken, omdat botsen met je teamgenoot ‘vanuit een team gezien de ultieme zonde is in de Formule 1’.

“We willen dus achterhalen wat er zich precies heeft afgespeeld en wie er wie heeft geduwd of afgeknepen”, vertelt hij aan Autosport. “Vervolgens moeten we het incident ook zo snel mogelijk weer achter ons laten, Paul en Nico elkaar de hand laten schudden en ervoor zorgen dat dit niet nog een keer gebeurt.”

“Het is namelijk erg spijtig dat dit zich heeft afgespeeld, want zonder deze aanrijding hadden we waarschijnlijk met beide auto’s een hele solide race kunnen hebben”, denkt Fernley, die aan de andere kant weet dat ‘dit soort dingen nu eenmaal gebeuren’. “Wij zijn niet het eerste team dat dit overkomt en zullen ook niet het laatste team zijn waarvan de coureurs met elkaar botsen.”

Ondanks het incindent en het uitvallen van Hülkenberg, prijst Fernley zich verder gelukkig met de twee punten die Di Resta toch nog heeft weten te scoren: “Daar mogen we denk ik onze handen mee dichtknijpen.”