Onderzoek toont aan dat er geen onoverkomelijke knelpunten zijn om een Formule 1-race in Zandvoort te organiseren. “Het is haalbaar”, meldt circuitdirecteur prins Bernhard van Oranje trots. “Er is nog heel veel te doen, maar het kan.”

Van Oranje werd twee jaar geleden mede-eigenaar van Circuit Zandvoort. “Stiekem droomden we toen al van de Formule 1. We hadden het gevoel dat het zou moeten kunnen, maar dan wil je dat natuurlijk graag onderbouwen.”

Vandaar dat Circuit Zandvoort samen met de gemeente Zandvoort een haalbaarheidsonderzoek liet uitvoeren. De belangrijkste conclusie is dat Zandvoort het niet alleen kan. “Het moet een breed gedragen droom worden”, verklaart Van Oranje. “Aan de organisatie valt niet veel te verdienen, maar het evenement kan wel grote impact hebben op Zandvoort, de regio en heel Nederland. We hebben nu een eerste stap gezet en hopelijk kunnen we de droom met zijn allen waarmaken.”

De volgende stap moet de oprichting van een consortium zijn, waarin verschillende partijen zich hard maken voor de Grand Prix van Nederland. Van Oranje doet daarbij een beroep op het ‘nationaal geluk’. Het fundament is er, nu moet Nederland laten zien hoe graag het de Formule 1 in huis wil halen. Met andere woorden: er zijn partners nodig, want er moeten nog wel enkele obstakels worden overwonnen.

De bereikbaarheid en infrastructuur bijvoorbeeld. Dat is oplosbaar volgens de onderzoekers. Er is immers een treinverbinding, ruim hotelaanbod en grote steden in de nabijheid. Aan het circuit zal het nodige moeten gebeuren, vooral de pits, paddock en entree. “Maar niets wat niet zou kunnen”, benadrukt Van Oranje, die stelt de faciliteiten binnen een jaar op orde te kunnen hebben, maar het lastiger in te schatten vindt hoeveel tijd er nodig is om alles van de grond te krijgen.

En dan moet er nog voor gezorgd worden dat Nederland daadwerkelijk een plek op de Formule 1-kalender krijgt. Van Oranje heeft gesproken met eerst Bernie Ecclestone en later Ross Brawn, maar van onderhandelingen is nog geen sprake. “Eerst moeten we onze zaken op orde hebben, dan kunnen we om tafel. Maar de Formule 1 wil graag naar circuits met grote fanschares en waar mooie, spannende races kunnen worden gereden. Een ‘old school’-baan als Zandvoort past daar dus goed bij.”