Waar de een terugkijkt op een goed verlopen kwalificatie, baalt de ander juist enorm van zijn optreden. Jolyon Palmer en Kevin Magnussen hebben hun kwalificaties duidelijk anders beleefd.

Dat Jolyon Palmer opgetogen is met de achttiende tijd in de kwalificatie kan hem nauwelijks kwalijk worden genomen. De Brit loopt al tijden achter de feiten aan, maar denkt nu de oplossing te hebben gevonden voor een voortdurend probleem aan de auto: “We hebben iets veranderd aan de auto en dat lijkt nu eindelijk zijn vruchten af te werpen. Ik heb het juiste pad weer gevonden!”

“Ik ben vooral blij dat ik nu als rijder heb kunnen laten zien wat ik waard ben zonder een onwelwillende auto”, aldus Palmer die binnen een tiende van de tijd van zijn teamcollega bleef. “Natuurlijk zijn we nog altijd niet bliksemsnel, maar ik ben op dit moment blij met mijn auto en ik kijk uit naar wat weleens een goede race kan gaan worden.”

Magnussen
Terwijl Palmer een vreugdedansje doet, legt Kevin Magnussen uit waarom hij dus bepaald niet tevreden is met zijn kwalificatie en zijn zeventiende plaats: “Het lukte me niet om de banden op de juiste temperatuur te krijgen en ook mijn vliegende ronde was niet om over naar huis te schrijven.”

“Eerder op de dag ging het in de derde vrije training veel beter”, vervolgt de Deen. “De balans was beter en de voor- en achterbanden werkten beter samen. In de kwalificatie was dat allemaal niet het geval. Er had meer ingezeten als we de sweet spot van de banden wél hadden weten te vinden.”