Het Nederlandse team MP Motorsport, dat dit weekend debuteert in de GP2-series, heeft met een goede sprintrace de mislukking van gisteren deels doen vergeten. Daniel de Jong eindigde vanaf de voorlaatste startrij als veertiende.

 

In de hoofdrace van gisteren reden De Jong en zijn teamgenoot Adrian Quaife-Hobbs elkaar van de baan. De Brit werd als schuldige aangewezen, maar door de vroege uitval moesten beide mannen sowieso vanuit het achterveld aan de sprintrace beginnen.

Daniel de Jong, net als Quaif-Hobbs bezig aan zijn eerste GP2-weekend, kende een goede start en haalde acht auto’s in. Daarna manifesteerde hij zich de rest van de race in het middenveld, waar hij gevechten voerde met onder andere titelkandidaat Marcus Ericsson.

“Het ging best goed”, vertelt De Jong. “Ik heb in het begin van de race mijn banden een beetje gespaard, maar desondanks zag ik de auto’s voor mij halverwege de race gaandeweg dichterbij komen. Een paar ronden later kon ik me in het gevecht mengen.”

Een mooie inhaalactie op de ervaren Zweed Ericsson volgde. “Ik wist van televisiebeelden dat je in die eerste reeks bochten kan inhalen als je de juiste lijn kiest”. aldus De Jong. “Maar zijn auto was wel wat sneller dan de mijne en dus kwam hij me later toch weer voorbij. Het was mooi geweest als ik een paar plekken hoger had kunnen eindigen, maar gezien mijn startplaats, en het feit dat het zowel voor mij als voor mijn team de eerste keer in de GP2 is, ben ik best tevreden.” 

Zijn teamgenoot Quaife-Hobbs eindigde als zeventiende.

De race werd gewonnen door de Monegask Stefano Coletti, rijdend voor Rapax