Na tien sensationele races zijn we halverwege het Formule 1-seizoen 2017 beland. Tijd om eens even in de cijfers te duiken en de balans op te maken. 

Na iedere race wordt in de rubriek ’team voor team’ – te lezen in Formule 1-magazine – het presteren van de teams en coureurs geëvalueerd aan de hand van de cijfers 1 tot en met 10. Nu het seizoen halverwege is, is het hoogst tijd voor een goede blik op de cijfers.

Er zijn al flink wat tienen uitgedeeld bij mannen van Mercedes, zo heeft Lewis Hamilton er al drie, voor zijn prestaties in Spanje, Canada en Engeland. Teamgenoot Valtteri Bottas heeft het hoogste cijfer achter zijn naam staan voor zijn overwinningen in Rusland en Oostenrijk. Onvoldoendes ontvangen de heren in ieder geval niet, het zijn 3 magere zesjes – 2 voor Hamilton en 1 voor Bottas – die de gemiddeldes naar beneden halen.

Teamgenoten die aan elkaar gewaagd zijn zien we bij Red Bull, waar Max Verstappen licht de overhand heeft op Daniel Ricciardo, maar ook bij Force India. Rookie Esteban Ocon daagt zijn teamgenoot Sergio Pérez daar flink uit sinds de Grand Prix van Canada. De Haas-coureurs liggen met een 6,6 en 6,5 ondertussen het dichtst bij elkaar en zijn ook op de baan flink aan elkaar gewaagd.

Grote verschillen zijn daarentegen te zien bij Williams, waar Felipa Massa met zijn ervaring duidelijk beter scoort dan Lance Stroll. Hetzelfde verhaal gaat op bij Renault en ook McLaren, met Fernando Alonso die bij dat laatste team met een 7,1 een mooie voldoende scoort, terwijl Stoffel Vandoorne op het randje bungelt met een 5,6.

Kijkend naar de regelmaat is het Ricciardo die – op zijn thuisrace in Australië na – altijd minimaal een zeven binnenhaalt. Vandoorne is ook constant, maar met minder positieve cijfers: de Belg blijft hangen tussen de vijven en zessen. Toro Rosso’s Daniil Kvyat was tot Oostenrijk eveneens een constante factor, maar gooit dat weg door zijn bijnaam ‘De Torpedo’ de laatste weken weer eens waar te maken, met tweemaal een vier als score.

Duidelijk te zien op het scorebord zijn de verschillen tussen de eerste en tweede rijders. Zelfs bij de topteams Mercedes en Ferrari zie je flinke verschillen. De gemiddelden van Hamilton en Vettel liggen zes tienden hoger dan die van hun teamgenoten. Bij Williams is het verschil een heel punt, in het voordeel van Massa. Bij Renault scoort Nico Hülkenberg gemiddeld 1,1 hoger dan Jolyon Palmer en bij McLaren is het verschil in de stand tussen Alonso en Vandoorne zelfs 1,5 punt!