Mercedes-coureur Lewis Hamilton had niet gedacht dat Ferrari en zijn persoonlijke tegenstrever Sebastian Vettel zo zouden afzakken als ze in de laatste races hebben gedaan. Na zijn zege in Japan kan de titel Hamilton haast niet meer ontgaan.

Direct na de zomerstop won Vettel de Grand Prix van België en leek de Duitser de titelstrijd – nadat Hamilton voor de zomerstop een flinke slag had geslagen met zeges in Duitsland en Hongarije – weer spannend te maken.

Sindsdien is de klad er echter in gekomen bij Ferrari, dat al vier races niet heeft gewonnen. Vettel zelf finishte de afgelopen vier races, Japan meegerekend, niet hoger dan derde. Voor Hamilton was het ondertussen ‘vier op een rij’ wat overwinningen betreft.

Het gevolg: met nog vier races te gaan heeft Hamilton een voorsprong van 67 punten. Genoeg om over twee weken in Amerika al tot kampioen gekroond te worden, mits hij wint en Vettel er niet hoger dan derde eindigt. Of in elk ander scenario waarin Hamilton in Austin acht punten meer pakt dan Vettel.

Kampioen wil Hamilton zichzelf zeker nog niet noemen – “want je weet nooit hoe het in een volgende race gaat” – maar dat hij er goed voor staat, daar kan de Brit ook niet omheen. Hamilton staat erom bekend vol lof te zijn voor zijn eigen team na weer een zege, maar desgevraagd constateert hij nu ook dat het bij rivaal Ferrari niet lekker loopt. “Ik had niet verwacht dat ze zo zouden wegzakken.”

“Tot de zomerstop waren ze heel erg sterk, tot aan Monza eigenlijk zelfs wel. Vanaf Singapore zijn ze echt afgezakt. Ze hebben niet alleen performance verloren, de resultaten zijn ook niet gekomen, terwijl dat eerder wel zo was.”

“Ik weet niet waarom dat is en kijk er eigenlijk ook niet naar. Ik weet zeker dat Sebastian je wel kan vertellen hoe het zit. Wij hebben ons gewoon op ons eigen werk geconcentreerd”, vertelt Hamilton, die trots is op hoe Mercedes zich sinds de nederlaag in België heeft herpakt, maar benadrukt: “We mogen niet zelfgenoegzaam zijn. We moeten blijven pushen, ons op elk vlak verbeteren. Dat geldt zowel voor het team als mijzelf. We moeten de lat blijven verleggen.”