Mercedes-coureur Lewis Hamilton heeft het moeilijk gehad de laatste races. Hij finishte in Monaco op de zesde plek, wat niet gebruikelijk is voor de drievoudig wereldkampioen. Ook in Rusland had hij moeite een goede pace te rijden, daar eindigde de Brit als derde. Een verkeerde keuze in de afstelling, verklaart Hamilton.

Met twee overwinningen in de eerste zes races van het seizoen verloopt het seizoen van Hamilton niet helemaal zoals hij van te voren had gepland. Mercedes had de voorgaande jaren de overhand op de andere teams en gaf in de afgelopen drie jaar maar acht overwinningen weg van de 59 gereden races.

Maar dit jaar heeft het Duitse team het rijk niet meer alleen. Ferrari heeft dit seizoen al drie races gewonnen en staat daarmee aan de leiding in de strijd voor de constructeurstitel. Hamilton vecht terug, maar dit gaat tot nu toe niet van een leien dakje.

“Er worden steeds kleine dingetjes veranderd aan de afstelling, maar soms loopt dat niet meteen helemaal lekker. Deze aanpassingen lijken vaak niet veel te veranderen, maar soms heeft dit grote gevolgen voor het gevoel tijdens de race”, verklaart de Brit aan Autosport.

Zo hebben beide Mercedes-coureurs veel moeite met de temperatuur in de banden te krijgen. “Dit zijn kleine dingen waarmee het begint”, zegt Hamilton zorgelijk. “De balans is anders en de auto voelt onstabiel aan in de bochten. Al deze kleine problemen hopen op tot een slecht resultaat.”

In Monaco verloor hij de temperatuur in de banden door de wachttijd in de pitstraat voor de start van de kwalificatie. Het gebrek aan grip zorgde er bijna voor dat de coureur de vangrail in reed. Pas in de vierde ronde kreeg Hamilton zijn auto weer onder controle, terwijl de Ferrari coureurs geen moeite leken te hebben met de banden. “We proberen op het moment erachter te komen hoe we dit probleem sneller kunnen oplossen.”