Dr. Helmut Marko is één van de kopstukken van Red Bull, maar geniet natuurlijk ook een indrukwekkende reputatie als talentscout, doordat hij Max Verstappen, Sebastian Vettel en Daniel Ricciardo de Formule 1 in heeft gebracht. De oud-coureur, met zelf een indrukwekkend autosport-cv, over de hoogtepunten uit zijn carrière.

Marko vertelt daarover in een uitgebreid interview met Formula1.com, waarin hij allereerst terugblikt vóór de autosport, toen hij in 1967 zijn doctorsgraad in de rechten behaalde en een negen-tot-vijf baan als advocaat lonkte. “Van negen tot vijf werken, dat klinkt verschrikkelijk”, zegt hij nu. “Maar ja, ik wilde vroeger advocaat worden, al ben ik heel blij dat mijn leven anders is gelopen.”

Het liep echter ook anders dan de bedoeling was toen hij eenmaal begon met racen, memoreert Marko, doelend op zijn ongeluk in 1972, tijdens de Grote Prijs van Frankrijk. De Oostenrijker verloor zijn linkeroog, doordat een steen door zijn vizier kwam. Het betekende het einde van zijn Formule 1-loopbaan, en hij liep er zelfs een contract bij Ferrari door mis.

“Dat ging toen naar Niki Lauda”, vertelt Marko, verwijzend naar zijn land- en generatiegenoot, die uiteindelijk drie wereldtitels won in de Formule 1 en tegenwoordig één van de topmannen is bij Red Bull-rivaal Mercedes. Dat het Ferrari-contract zo naar Lauda ging, heeft Marko nooit dwarsgezeten. “Nee, ik heb daar nooit een probleem mee gehad, ik ben niet jaloers aangelegd.”

“Niki en ik hebben bovendien een goede relatie. Ik denk ook nooit: ‘goh, dat had ik kunnen zijn’. Ik ben geen dromer. Ik ben destijds zelfs met Niki mee geweest naar zijn eerste afspraak met Enzo Ferrari, dat heeft een behoorlijke indruk bij me achterlaten.”

Marko en Lauda tijdens de Grand Prix van Zuid-Afrika, 1972

Zijn eigen loopbaan als coureur – Marko reed negen Grands Prix, won de 24 Uur van Le Mans en maakte indruk in de langeafstandsracerij – neemt hij als talentscout niet echt mee in zijn benadering van de Red Bull-talenten van nu, vertelt hij. “De tijden zijn zo ontzettend veranderd. Het zou denk ik tijdverspilling zijn om over mezelf te praten. Ik wil deze jongens overbrengen hoe je competitief kan zijn, je weekend goed indeelt en je optimaal concentreert op een race, dat is belangrijker.”

Wat wel iets is dat hij jonge coureurs graag op het hart drukt, is dat het vroeger natuurlijk zwaarder was. “Ik kreeg een paar jaar terug eens een telefoontje van Daniel Ricciardo, nadat hij mijn oude Alfa Romeo had bestuurd tijdens een showrun over het beroemde Targa Florio-parcours in Italië. Hij klaagde dat de auto heel zwaar koppelde en remmen zo moeilijk ging. Hij snapte ineens hoe moeilijk het was in mijn tijd, dus ik vertelde hem: “Je krijgt honderd keer meer betaald dan ik, terwijl het alleen maar makkelijker en veiliger is geworden! Geniet er dus van en wees dankbaar!”

Dankbaar is Marko zelf voor wat hij als coureur en daarna als talentscout en Red Bull-kopstuk heeft bereikt. Gevraagd naar het mooiste moment uit zo’n vijftig jaar in de autosport, moet Marko wel even nadenken. “Moeilijk zeg! Ik denk dat ik drie momenten kies. Mijn zege in Le Mans was namelijk echt mooi. Dat Sebastian Vettel zijn en Red Bulls eerste titel pakte, in 2010, natuurlijk ook. En, geloof het of niet, Max Verstappens overwinning van vorig jaar in Barcelona hoort ook bij mijn mooiste momenten. Iedereen verklaarde me voor gek toen ik Max dat stoeltje gaf – zelfs mensen binnen het team – maar hij pakte meteen in die eerste race met Red Bull de overwinning!”