De vandaag jarige Kimi Räikkönen staat niet bekend als de meest spraakzame coureur van het stel. Maar voor zijn biografie die volgende maand verschijnt praatte hij eenmalig (voor zijn doen) honderduit over de afgelopen 39 jaar. Zo komt uiteraard zijn pure racetalent ter sprake, zijn manager Steve Robertson heeft daar nog een mooi voorbeeld van.

“Ik zal nooit die keer vergeten dat ik met Kimi en mijn vader van Maranello naar Zwitserland reed, waar we destijds allemaal woonden. Het was laat en het regende dat het goot, al enige tijd.” En Räikkönen rijdt altijd zelf, alsof hij anderen het stuur niet toevertrouwt.

Klik hier en bestel nu 9 edities Formule 1 Magazine en krijg bij je eerste nummer het boek Kimi Räikkönen cadeau. (Abonnement gaat in vanaf 15 november.)

‘Ik dacht dat we eraan gingen’
“Kimi zat in een bijzondere rijhouding; hij had zijn stoel bijna helemaal achterover gedraaid, zoals je bij Formule 1-wagens ziet”, vertelt Robertson, de man die Räikkönen vanaf het begin van zijn loopbaan heeft bijgestaan. “De stoel stond zover achterover dat degene die achter hem zat niet veel ruimte had. Kimi reed ongeveer 200 kilometer per uur.”

“Ineens begon de auto wild te slingeren, en ik merkte dat we 180 graden waren gedraaid. Ik zag de vangrail op me af komen. Ik wist zeker dat we zouden crashen, scheet in m’n broek van angst en dacht: we gaan eraan.” De enige die niet in paniek raakte, was uiteraard The Iceman zelf. “Hij redde de situatie door de auto vanuit die vreemde lighouding van ’m te laten slippen. Mijn vader en ik waren helemaal in shock, maar Kimi lachte alleen maar en reed met dezelfde vaart verder.”

De opluchting was groot bij de twee Robertsons toen ze in Zwitserland konden uitstappen. “Al geeft dit natuurlijk ook wel aan dat hij een goddelijk talent heeft, en ervan houdt om op het randje te leven. Een beminnelijke kerel.”

De Nederlandse vertaling van Kimi Räikkönen van schrijver Kari Hotakainen verschijnt op 13 november.