Red Bull-teambaas Christian Horner denkt dat het een slechte zet voor de Formule 1 zou zijn het aantal per coureur te gebruiken motorexemplaren in 2018 verder te reduceren. De limiet voor 2018 ligt op drie, wat volgens Horner niet genoeg is.

“Wat mij zorgen baart, is dat we volgend jaar meer races hebben, maar van vier naar drie te gebruiken motoren gaan”, vertelt Horner aan Autosport, doelend op het aantal motoren – opgedeeld in verschillenden motorcomponenten – dat een coureur mag gebruiken voor er gridstraffen volgen.

Conform de regels voor 2017 mag elke coureur over twintig Grands Prix vier exemplaren van elk van de zes gedefinieerde motorcomponenten inzetten alvorens er straf volgt voor het wisselen daarvan. Voor 2018 staan er echter 21 races op de kalender, met de limiet op drie stuks per motoronderdeel.

“Ik vind dat we het aantal te gebruiken motoren zeker moeten bespreken tijdens de volgende Strategy Group-vergadering”, stelt Horner, doelend op de regelmatige bijeenkomsten van vertegenwoordigers van de FIA, de commerciële uitbater Liberty Media en de teams.

Horner is geen fan van de strikte limiet op het aantal te gebruiken motoronderdelen en de gridstraffen voor het overschrijden daarvan.

“Ik heb tijdens een eerdere vergadering al eens geprobeerd dit aantal omhoog te krijgen, maar toen was er geen draagvlak voor. Hopelijk heeft een stemming hierover straks een andere uitkomst, nu steeds meer teams voor de rest van dit jaar tegen gridstraffen aankijken.”

Afgelopen weekend, in Monza, was het al raak qua gridstraffen. In totaal werden er 150 posities gridstraf uitgedeeld aan negen coureurs. 135 van die strafposities waren voor het wisselen van motoronderdelen, verdeeld over zeven coureurs.

Om soortgelijke situaties te voorkomen, zou de limiet voor het aantal te gebruiken motorexemplaren volgens Horner op vijf gezet moeten worden. Het gridstraf-systeem mag volgens Horner verder ook wel eens goed onder de loep worden genomen. Hij is daar, zoals zovelen, geen fan van.