Na afloop neemt de FORMULE 1-redactie nog één keer alle teams en hun prestaties onder de loep. Vandaag bespreken we Sauber, dat na twee mindere jaren de weg omhoog gevonden heeft en het seizoen afsloot als achtste team.

Even lijkt het erop alsof er niets veranderd is bij Sauber, als het team uit Melbourne vertrekt na de eerste race van 2018. Beide auto’s stranden in Q1 en in de race worden er geen punten gescoord. Business as usual, zou je bijna zeggen, want Sauber scoorde in de twee jaar daarvoor opgeteld 7 schamele WK-punten. Maar Melbourne blijkt – gelukkig voor Sauber – een incident.

Saubers beste resultaat van het seizoen: de 6e plek van Leclerc in Bakoe.

Twee weken later in Bahrein scoort Marcus Ericsson namelijk direct de eerste punten voor Sauber. In de eerste drie races van het seizoen blijft de ervaren Zweed teamgenoot Charles Leclerc nog voor, die als rookie duidelijk moet wennen aan de Formule 1.

In Azerbeidzjan komt echter de ommekeer: Leclerc eindigt daar als zesde. De toon is gezet: vanaf dat moment is de Monegask zijn teamgenoot de baas. Het lukt Ericsson de rest van het seizoen nog maar twee keer om voor Leclerc te kwalificeren, waardoor het kwalificatieduel met 17-4 in Leclercs voordeel eindigt. Niet slecht voor een rookie.

Leclerc maakt naam
Leclerc heeft dit seizoen naam gemaakt in de Formule 1. Het heeft daarbij zeker geholpen dat de Sauber C37 een betere bolide is dan zijn voorganger. Sinds de komst van Frédéric Vasseur als nieuwe teambaas in juli 2017 gaat het de goede kant op met het Zwitserse team. Sauber kondigde eind vorig jaar een partnerschap met Alfa Romeo aan en hernieuwde zijn banden met Ferrari – en niet Honda, wat het oorspronkelijke plan was – als motorleverancier. Bovendien wordt er geïnvesteerd in technisch personeel: Jan Monchaux en Simone Resta werden aangetrokken.

De eerste dubbele puntenfinish van het jaar in Oostenrijk.

Al die investeringen werpen zijn vruchten af, want gedurende het seizoen vindt Sauber de weg omhoog. Waar teams als Toro Rosso en McLaren wegzakken, komt Sauber bovendrijven. Leclers zesde positie in Azerbeidzjan is geen uitschieter, maar de aanloop naar meer. Hij scoort in totaal tien keer punten in 2018, waardoor zijn totaal na 21 races op 39 staat. Met name in de slotraces presteert Leclerc goed met drie zevende plaatsen op rij. Het contrast met Ericsson is groot: hij komt tot maar 9 punten.

Zware klappers
Ericsson valt in zijn laatste Formule 1-seizoen vooral op door een aantal zware klappers. Zo slaat hij op Monza meerdere keren over de kop na een probleem met zijn DRS, crasht hij in Silverstone op hoge snelheid en vat zijn auto vlam in Frankrijk. Als de Zweed dan eens goed presteert, zoals bij zijn zesde startpositie in Brazilië, valt hij in de race toch weer terug. Het is altijd ‘net niet’ bij Ericsson.

Ericsson had het dit seizoen niet altijd makkelijk.

Leclercs prestaties zijn ook bij Ferrari niet onopgemerkt gebleven: de Scuderia heeft hem een contract aangeboden voor 2019, waar hij de strijd aangaat met Sebastian Vettel. Een volkomen terechte promotie. Het lot van Ericsson is anders: hij krijgt geen contractverlenging en verkast daarom naar de IndyCar. Sauber heeft immers veteraan Kimi Räikkönen gestrikt en kiest Antonio Giovinazzi als zijn teamgenoot. Voor Ericsson is geen plek meer, al krijg hij nog wel een reserverol.

Het totaal van 48 punten is voor Sauber net niet genoeg om de zevende plek van Force India te veroveren, dat 52 punten heeft. Desondanks kan de Zwitserse formatie tevreden terugkijken op het seizoen: het dieptepunt lijkt voorbij, de weg omhoog is weer ingezet. Met de ervaren Räikkönen en Giovinazzi als vervanger van Ericsson is het team in 2019 mogelijk tot nog veel meer in staat.

Eindoordeel Sauber: 7,5

Het oordeel van Tom Coronel:
“Leclerc heeft dit jaar wat laten zien in een Sauber, zeg. Dingen die eigenlijk helemaal niet kunnen in een Sauber. Leclerc is net zo’n jong talent als Max Verstappen en Esteban Ocon: de Playstationgeneratie is opgestaan. Ik vind het bijzonder dat Ferrari hem naast Vettel durft te zetten en weet bijna zeker dat hij hem gaat verslaan.”

“Ericcson wil ik hartelijk bedanken voor al die jaren en het sponsorgeld. Ga nu maar lekker Indycar rijden. Hij heeft door poen in de Formule 1 gereden en niet vanwege zijn talent. Ericsson is gewoon niet goed genoeg, heeft het niet. We zagen het in Brazilië weer: aardige kwalificatie en in de race helemaal niets. Ik ga deze jongen volgend jaar in het geheel niet missen. Ik weet ook zeker dat niemand zich hem over twee jaar nog zal herinneren.”