Waarschijnlijk zal ik met deze column geen vrienden maken en zal ik wel weer afgebrand worden op forums. Toch ga ik het doen. Met enige verbazing blijf ik namelijk berichten lezen, worden er mij vragen gesteld en worden er stellingen gedeponeerd over een terugkeer van Jos Verstappen. Er schijnen nog steeds mensen te zijn die denken dat Jos ooit weer achter het stuur van een Formule 1-auto zal zitten. Dat zou kunnen, maar alleen voor een test. Het komt wellicht hard aan maar ik ben er duizend procent van overtuigd dat Jos nooit meer een race in de Formule 1 zal rijden. Nogmaals: NOOIT! De pure speculaties dat hij Christijan Albers gaat vervangen zijn ver naast de bullseye. Ook niet nu deze met zijn manager gebroken heeft. Ik denk zelfs dat dat de redding is van Chris bij Spyker. In ieder geval voor de rest van dit seizoen.

Jos moet het niet eens willen, zo’n rentree. Hij is slim genoeg om te zien dat het na een periode aan zijlijn bijna niet te doen is. Jacques Villeneuve reed na een tijd niks doen een paar races bij Renault en dat was een drama. Ook Alexander Wurz heeft het niet makkelijk, en die heeft tenminste nog al die tijd getest voor teams. Het hoofdstuk Formule 1 is dicht en er is maar één persoon die je kunt verwijten dat er nog steeds hoop is op een terugkeer: Jos zelf.

Nooit heeft hij geroepen dat het voorbij is. Hij heeft, als hij dat kon, de deur altijd opengehouden. Daarmee kweekt hij valse hoop. Daarmee laat hij zijn vele fans in het ongewisse. Je kunt het hen nauwelijks kwalijk nemen. Zij geloven hun held: de beste coureur die Nederland ooit in de Formule 1 heeft gehad. Dat zal ook wel een tijdje zo blijven.

Alles wat nu in de Formule 1 rijdt, of wil rijden, zit daar niet vanwege hun enorme talent. De meerderheid heeft een te rijke schoonvader. De rest heeft flink wat geld van huis uit. Als zij eerlijk zijn tegenover zichzelf kunnen zij de vraag of ze zonder dat geld de Formule 1 hadden gehaald makkelijk beantwoorden: nee dus! En dus zullen ze er niet komen. En als ze dat wel doen, zullen ze de sport snel weer via de achterdeur verlaten. Robert Doornbos is daarvan het laatste voorbeeld. Hij doet het lekker in Champcars, maar dat zegt ook wat over de competitie daar. De mannen waartegen hij racet hebben de Formule 1 niet gehaald, of zijn er door het gebrek aan talent, alweer weg.

Het domweg zoeken naar een plek in de Formule 1 kost veel geld en is in veel gevallen op voorhand kansloos. Een aantal jonge rijders als Giedo van de Garde, Renger van der Zande, Yelmer Buurman en zelfs ook Ho-Pin Tung zouden er misschien goed aan doen eens te praten met Peter Kox of Jeroen Bleekemolen. Die hebben van racen hun beroep gemaakt en kunnen goed hun geld verdienen.

Niet dat ze het niet mogen proberen, maar ze moeten wel de realiteit in het oog houden. Als ik mijn geld zou moeten zetten op een Nederlander die vanwege zijn talent de Formule 1 zou kunnen halen ga ik voor Henki Waldschmidt. Hij is inmiddels opgepikt door Toyota. Henki zoekt de publiciteit niet en doet zijn werk in de Formule Renault op dit moment behoorlijk goed. Naar mijn weten heeft hij geen tonnen euro’s hoeven meebrengen en heeft hij geen rijke schoonvader. En da’s best een voordeel.

Groeten, Ollie