Een half jaar geleden, zegt Olav Mol, dacht hij het wel: “Daar”, doelt hij op de Formule 1-paddock, “moet ik weer naartoe.” Inmiddels voorziet hij Ziggo Sport en zijn eigen Grand Prix Radio al twaalf races vanuit zijn eigen studio van zijn typisch enthousiaste Formule 1-commentaar. “Als je me nú zou vragen of ik weer op het circuit zou willen werken, zou ik nee zeggen. Gek hè?”

“Een dag of drie”, vertelt Mol met een trotse grijns waar zelfs achteraf misschien nog enig ongeloof achter schuil gaat. Zolang duurde het om het commentaarhok op te bouwen op Ziggo Sports burelen op het Mediapark. Twee bureaus, vier beeldschermen, een Macbook, Mac, serverkastje met computers en natuurlijk microfoons en een hypermodern maar klein mengpaneel – dat is het qua zichtbare apparatuur.

“Dit is niet de wedstrijdopstelling, hoor”, zegt Mol (60) er nog wel bij, waarna hij uitlegt hoe de schermen dan staan en wat erop te zien is, van de world feed tot allerlei data. Hij blijft onder de indruk van de techniek. “Wat wij hier hebben staan, deze studio, daar had je vroeger een ruimte voor nodig waar voor een half miljoen aan spullen in rekken en dergelijke hing om het allemaal met elkaar te laten babbelen.”

Lees ook: Mol niet verrast door exit Vettel: Over het milieu, matige resultaten, bijen en een brullende Stroll

Behalve alle apparatuur, staat in de ene hoek nog een grote banner van Grand Prix Radio, waarmee Mol Nederlands Formule 1-radiorechtenhouder is en waar hij live-commentaar doet. Onder het raam staat een tafel met een koelkastje, een pak stroopwafels, bastognekoeken. Hightech met een huiselijke sfeer. Een beetje, zegt Mol, zoals de containers waarin hij de coronajaren 2020-2021 op het circuit doorbracht.

Voelt dit heel anders dan een commentaarhokje op circuit?
Mol: “Nee, juist niet. Dat is ook waarom het me zo positief bevalt. Door corona zijn we eigenlijk voorzichtig naar een soortgelijke situatie gegaan. Uiteindelijk zaten we twee jaar op het circuit in een container zonder zicht naar buiten en mocht je ook niet de paddock of de perskamer in. Dat is nu allemaal wel weer wat ‘geopend’, maar daardoor is het dus geen cultuurschok. Was je van de situatie van vier jaar geleden naar dit gegaan, dan zou je dat wel hebben.”

Wat voor veel Nederlandse Formule 1-fans misschien wel een schok was – zij het niet voor Mol – is dat hij dit jaar niet live bij de races te horen is op tv, met de switch naar live-rechtenhouder Viaplay. Even snel: zijn mening over dat Viaplay besloot niet voor hem te gaan, is niet veranderd. “Zij hebben de rechten gekocht, dan mag je zelf beslissen hoe je het doet.”

Over iets anders kan hij al net zo duidelijk zijn. De verwensingen, soms zelfs bedreigingen, aan het adres van Viaplay-commentatoren Nelson Valkenburg en Melroy Heemskerk schieten hem in het verkeerde keelgat. “Doe normaal, joh”, maakt hij duidelijk dat hij daar (uiteraard) niet van gediend is. “Die jongens kregen de kans op hun droombaan. Natuurlijk ga je daar voor.”
(tekst loopt door onder de foto)

Olav Mol in wat tot voor kort zijn natuurlijke habitat was: de Formule 1-paddock. Foto: Peter van Egmond.

Top-10

Wie het commentaar van Mol wil horen, heeft bovendien nog altijd opties te over. Via de Grand Prix Radio-app, -website en DAB+ is hij live bij de kwalificaties, races en derde vrije training te horen. Terugluisteren kan ook. Terwijl hij natuurlijk ook samenvattingen voor Ziggo Sport doet.

Gaat het goed met Grand Prix Radio?
“Heel goed. Dit is een service waarmee we heel veel mensen blij maken. Het belangrijkste is ook dat wij het tv-kijken promoten. Dus neem je Viaplay-abonnement, ga naar F1TV of kijk ServusTV, wat blijkbaar veel mensen via de kabel krijgen, whatever. Wij doen dit nu vijf jaar en ik wil niet zeggen dat het booming is, maar het gaat wel heel goed.”

Zo goed zelfs, zegt Mol, dat Grand Prix Radio ‘als je het over online radio hebt, een top-10 mediabedrijf is geworden’. In een markt die flink groeit. Vandaar die onlangs aangeschafte DAB+-frequentie, voor digitale radio. “Om een landelijk bereik te hebben en niet alleen ‘handelijk'”, grapt hij. “Je kan iedereen op de telefoon of laptop bereiken, maar landelijk bereik is toch belangrijk.” In de radiowereld is veel te doen om een aanstaande veiling van FM-frequenties, maar: “Digitaal gaat het toch zijn. De meeste mensen hebben met hun telefoon een DAB-ontvanger, auto’s worden er nu standaard mee uitgerust.”

Lees ook: Mol: ‘Als Verstappen alles dominant wint, wordt het er ook niet leuker op’

App

Grand Prix Radio heeft door het grotere bereik moeten investeren. Onder meer in dataservers. “Er komen ineens veel dingen op je pad.” De app inclusief schuifsysteem om het radiocommentaar van Mol gelijk te ‘schakelen’ met live tv-beelden, is meer dan een half miljoen keer gedownload. “De luistercijfers zijn publiek, die kan iedereen opzoeken.”

Grand Prix Radio heeft drie stations – naast het ‘normale’ Grand Prix Radio ook Classics en Dance. De luisterpiek ligt (natuurlijk) in Grand Prix-weekends. “Door de week willen we ook meer. Dus we kijken erg naar de muziekprogrammering.” Daarnaast wordt er gedacht over een ‘premium gedeelte’ voor de app. “Alles wat er nu al is, blijft gratis”, benadrukt Mol. “Maar we gaan extra content maken. Bijvoorbeeld een voorbeschouwing door Jack en mij.” Het doel is marktaandeel opbouwen, extra inkomsten genereren. Voor de radiorechten en techniek. Maar dat niet alleen. “We zijn met FOM in onderhandeling over een nieuw contract dat volgend jaar in moet gaan.”
(tekst loopt door onder de foto)

Zijn er met dat nieuwe contract dingen die je zou willen, kunnen of mogen die je nu niet doet?
“Wij mogen in principe alles, maar overal hangen prijskaartjes aan. Ik moet eigenlijk zeggen dat ik anno 2022 heel gelukkig ben dat we werken zoals we hier werken. Omdat ik er ook wel achter kom en van veel collega’s hoor dat je echt niet meer voor je lol reist tegenwoordig.”

“Dus”, vervolgt hij na het oplepelen van enkele reisperikelen, “ik kan hier wel mee leven. Onze contacten in de paddock zijn goed genoeg. Ja, je mist babbeltjes en zo, maar we doen live radioverslag en daar heb je minder content voor nodig dan we nodig hadden als televisiemaatschappij. Als je het daar tegen afzet, is het wel anders.”

Zou je weer op het circuit willen werken? Als het reizen straks weer normaal gaat, en nu de coronarestricties in de paddock afnemen?
“Als je het me nú zou vragen, zou ik nee zeggen. Gek hè? Terwijl ik een halfjaar geleden dacht: daar moet ik wel weer naartoe. Maar met alles wat er tegenwoordig is aan verbindingen, zou je ook af kunnen door te zeggen: we sturen Jack erheen, en de audio komt binnen. Of je gaat nog een stap verder, laat een technicus microfoons neerzetten in het tv-vierkantje, en kom maar op met de geit. Want de radiostations hebben in het vierkantje niet het recht eigen vragen te stellen, dus je leunt altijd mee met een tv-station.”

Doe je nu op een andere manier commentaar dan vroeger?
“Nee. De vrije training, ik doe training drie, dat is echt meer radio maken. Ik kan middenin die training tegen Jack roepen: ‘hé vriend, zoek het even uit, ik ga koffie halen!’ Op tv werkt dat niet. Op de zondagen wordt mijn live-commentaar gebruikt onder de samenvatting van Ziggo Sport. Dat is wel gewoon echt televisiedenken. Ik houd veel rekening met wat in die samenvattingen moet komen, maar dat is een keuze geweest. Bij radio kan je wat meer los gaan. Radio is een veel vrijer medium.”

Is het ook niet een soort leuke terugkeer naar je radiojaren van vroeger?
“Ja. Het is the best of both worlds, het beste van beide werelden, vind ik in dit geval. Ook omdat wij dus zelf allemaal dingen zitten te doen als schuiven met dat mengpaneel.”

Hij komt terug bij de veranderde en veranderende (Formule 1-)wereld. Door de techniek, maar ook door corona.
Resumerend: “Het is echt heel leuk op deze manier.”