Heikki Kovalainen was in Japan, zoals wel vaker, de beste coureur uit het achterveld. De Fin kwam weliswaar slechts als achttiende over de streep, maar haalde alles eruit dat erin zat.

Hoewel het resultaat er dus niet echt naar mag zijn, heeft Kovalainen het in zijn terugblik over een geweldige race. “Wat een goede race voor het hele team”, luidt zijn enthousiaste commentaar. “Ik maakte echt een perfecte start. Ik vertrok zonder enige wielspin en het leek wel alsof alle jongens om me heen hun auto in z’n achteruit hadden staan, dus ik schoof zo door naar de veertiende plek.”

“De eerste paar ronden waren daardoor echt geweldig en de auto deed het heel goed”, vervolgt Kovalainen, die – enigszins geholpen door de safety car – voor de verandering ook eens geen blauwe vlaggen getoond kreeg. “Dat was heel prettig, want de dat kost ons doorgaans heel veel tijd omdat we dan telkens van het gas afmoeten.”

“Dat we dit keer, met een beetje hulp van de safety car, geen blauwe vlaggen gezien hebben, is bovendien ook bewijs dat we goed vooruitgaan met onze auto, steeds beter worden en de situaties op de baan maximaal kunnen uitbuiten.”

“Vandaag hebben we dat ook echt gedaan”, meent Kovalainen. “Het was gewoon een hele goede dag voor ons.”

Kovalainens teamgenoot Jarno Trulli eindigde een seconde of negen achter hem op de negentiende plek. “Voor mij was het ook een goede dag”, vertelt Trulli. “Mijn start was voor de verandering eens niet zo perfect, maar toen we eenmaal aan het racen waren, kon ik een aantal mensen inhalen en mijn verloren posities goedmaken.”

“Op een gegeven moment leek het er even op dat ik een probleem zou krijgen met de versnellingsbak, maar het loste zichzelf op en ik kon dus gewoon verder rijden en het einde van de race halen.”

“Dat we zodoende met beide auto’s gefinisht zijn, is ook erg goed voor het team. Het laat namelijk zien dat we vooruitgang boeken, dus dit is een belangrijk resultaat voor iedereen van Team Lotus.”