Rasoptimist Heikki Kovalainen ziet het wel zitten: de Fin voelt zich top en denkt – als het weer en de omstandigheden in België meezitten – gelijk na de zomerstop al te kunnen pieken.

Kovalainen heeft een prima zomerstop achter de rug en kan dus niet wachten om komend weekend aan de slag te gaan in België. “Ik voel me beter dan ooit en het is altijd leuk om naar Spa te gaan”, verkondigt hij, waarna hij de loftrompet steekt over het in de Ardennen gelegen circuit: “Het is een geweldige baan: ontzettend snel, vergeven van gepassioneerde racefans en mét ruimte om in te halen.”

“Spa is echt een circuit dat is zoals een circuit hoort te zijn”, resumeert hij. “Het weer is er bovendien ontzettend grillig. Het regent er elk jaar wel eens en dat zal dit jaar – waarin we sowieso door de regen achtervolgd worden – niet anders zijn.”

“Die wetenschap zorgt er dan ook voor dat ik denk dat er komend weekend kansen voor ons liggen”, verklaart Kovalainen zijn goede hoop. “Dat is dan ook de reden dat we hard moeten werken en blijven pushen. We moeten bij Lotus continu kleine stapjes vooruit blijven maken en ervoor zorgen dat we er bij zitten als er zich een mogelijkheid voor doet”, besluit hij.

In de andere Lotus T128 is het aan Jarno Trulli om te proberen zijn enthousiaste teamgenoot bij te houden. Met zijn nieuwe stuurbekrachtigingssysteem, dat hij in Hongarije voor het eerst gebruikte, moet dat volgens de Italiaan echter wel lukken: “Het nieuwe systeem is echt een verschil van dag en nacht met het oude en is gewoon stukken beter”, stelt hij.

“Ik had er in Hongarije heel veel aan en het zorgt er voor dat ik mijn werk beter kan doen. Wat dat betreft is het ook fijn dat we nu naar Spa gaan, want dat circuit is niet te vergelijken met de Hungaroring en geeft ons om die reden dus de mogelijkheid het systeem verder uit te testen.”

“Net als de meeste andere coureurs houd ik bovendien van Spa”, zegt Trulli. “Het is een baan die het beste uit de coureurs én de teams haalt, want ook voor de monteurs is het hard werken om de auto’s goed af te stellen en rekening te houden met het wisselvallige weer. Ik zie het daarom ook niet als een ‘coureurscircuit’, maar als een baan waar je je juist als team kan onderscheiden.”