Met een Deen en een Brit achter het stuur zou je denken dat Renault wel is opgewassen tegen koud en nat weer. Maar de Renault RS16 was er in Canada minder van gediend. “Het was te koud en te glad voor ons.”

Kevin Magnussen stond sowieso al voor een heksentoer want hij startte als laatste. De lage baantemperatuur lokte hem op zaterdagochtend in de fout toen hij op koude banden van de baan gleed en de auto van Magnussen was te erg beschadigd om aan de kwalificatie te kunnen meedoen. “Dat het team een hele nieuwe auto voor mij heeft kunnen opbouwen is een bewijs van de goede teamgeest die hier heerst”, meent Magnussen. Voor de rest valt er weinig positiefs te melden. “Het ging erg moeizaam vandaag en de zestiende plek is niet wat we willen, maar het was gewoon te koud voor ons. Daar had ik de hele race last van.”

Teamgenoot Jolyon Palmer had ook moeite om zijn banden op temperatuur te krijgen, maar had daar slechts zeventien rondjes last van. Toen luidde een waterlek het eind van zijn race in. Toch is de GP2-kampioen van 2014 positief gestemd. “De auto voelde eigenlijk best goed. Bij de start kwam ik even in botsing met Carlos Sainz, waardoor ik achter een van de Manor-auto’s terechtkwam, maar toen ik eenmaal vrij baan had ging het goed. In Baku is het een stuk warmer dan hier dus ik verwacht dat het daar beter gaat.”