In de ruim twintig jaar waarin hij de Formule 1 van nabij volgt, interviewde André Venema al zo’n beetje iedereen die er toe doet of heeft gedaan: van Emerson Fittipaldi tot Max Verstappen, van Bernie Ecclestone tot Lewis Hamilton. “Zelden dacht ik nadien: zonde van mijn tijd. Maar dat had ik wél bij de twee saaiste gesprekspartners ooit, een Fin en Canadees.” De huidig hoofdredacteur van FORMULE 1 Magazine en Formule1.nl komt met een scherp oordeel over één bepaalde coureur.

Een-op-een gesprekken geven je meestal een beter inzicht in het karakter, soort humor en gewoontes van een persoon. Zo heb ik jaren geleden in Montréal twintig minuten aan een stuk gelachen met Daniel Ricciardo. Een hilarisch gesprek over tatoeages, groupies en zijn bierbrouwerij: onvergetelijk. Het leek alsof we allebei stoned waren. Bernie Ecclestone is, zo ontdekte ik, een meester in manipuleren en drenkt zijn verhaal graag in gespeelde onwetendheid en sarcasme.

Bij Max Verstappen krijg je altijd een eerlijk antwoord, ongeacht het thema. Datzelfde geldt voor Yuki Tsunoda. Hij is oprecht, grappig en heeft geen verborgen agenda. Zo zie en hoor je het graag wanneer je (meestal) tien minuutjes op audiëntie mag bij een coureur of ander personeel. Formule 1 is de laatste jaren echter dusdanig verzakelijkt en teams zijn, mede gevoed door alle piraten op sociale media en online, zo bang voor beschadiging van ‘het merk’ of een controversiële uitspraak dat interviews zelden nog spannend zijn.

Onlangs zat er weer zo’n sessie tussen, waarvan ik het vooraf niet verwachtte. In 2022 had Valtteri Bottas me persoonlijk uitgenodigd voor een evenementje in Melbourne waar hij zijn eigen gin (Oath) presenteerde. Leuk en ontspannen over van alles en nog wat gepraat, vooral Finland, prima gin ook. Dus toen ik in Oostenrijk over zijn dubbele Masters-zege in Zandvoort wilde praten, dacht ik dat het onderwerp hem zou aanspreken. Oók omdat Bottas 2.0 niet meer die bedeesde jongen van weleer is. Een misrekening: na zeven lange minuten waarin ik meer aan het woord was, bedankte ik hem voor zijn tijd en vertrok.

Ook met Lance Stroll kun je als journalist geen fatsoenlijk gesprek voeren. Luister maar eens naar hem na afloop van GP’s: er komt nooit iets zinnigs uit. De desinteresse straalt van zijn gezicht, ook na de zoveelste crash. Stroll geeft bijna geen interviews, toen hij bij Williams reed schoof ik in Bakoe eens bij hem aan. Maar over racen, mode & muziek, passies van hem (en zijn vader), antwoordde hij emotieloos en vlak. Verspilde moeite.

Stroll stuurde zijn peperdure Aston Martin AMR25 in Zandvoort onlangs nog twee keer de muur in,  haalde nog wel wat WK-punten op. Enige emotie of zelfkritiek zie je zelden. Zou vader Lawrence beseffen dat hoeveel geld je ook in het beste personeel en materieel investeert, de coureur uiteindelijk over het toverstokje beschikt? Met geld is – zeker in de autosport – veel te koop, een wereldtitel Formule 1 voor Lance Stroll alleen niet.

Lees hier alles over de GP Singapore


De nieuwste editie van FORMULE 1 Magazine is uit! Haal ‘m nu in de winkel of bestel ‘m online, met gratis bezorging in heel Nederland.