Lotus-coureurs Jarno Trulli en Heikki Kovalainen zijn – ondanks dat ze bij de start tegen elkaar aan reden – allebei aan de finish gekomen in België. Het tweetal spreekt daarom over een goede race.

De start van de Belgische Grand Prix was chaotisch en Trulli en Kovalainen kwamen de eerste bocht dan ook niet ongeschonden door: de Italiaan liep schade op aan de onderkant van zijn auto, de Fin aan de neus van zijn bolide.

Voor Kovalainen betekende dit dat er een bezoekje aan de pits nodig was om een nieuwe neus te scoren, maar aan Trulli’s T128 konden geen reparaties worden uitgevoerd in de pits. Dat hij desondanks verder kon en nog als veertiende over de streep kwam, doet Trulli dan ook goed: “Gezien het feit dat ik de hele race met een beschadigde auto heb rondgereden is dit een fantastisch resultaat”, vindt hij.

“Zowel voor het team als voor mijzelf was dit een goede race”, vervolgt Trulli. “Ik had ondanks de chaos een goede start en reed verder ook een prettige wedstrijd, waarin ik de jongens voor me goed kon bijhouden. Het geeft me een erg goed gevoel dat ik een race heb gereden waarin ik geen technische problemen had en met de mensen om mij heen heb kunnen vechten.”

De terugblik van teamgenoot Kovalainen is in grote lijnen hetzelfde. “Met uitzondering van de start was het een goede race. Iemand duwde me in de eerste bocht namelijk tegen Jarno aan en ik kwam in een soort van sandwich terecht waardoor ik schade opliep en naar de pits moest voor een nieuwe neus, maar daarna ging het best wel goed.”

“Het is daarnaast positief dat we met twee auto’s de finish hebben gehaald en ook nog op respectabele posities geëindigd zijn. Wat dat betreft was deze zondag een goede afsluiter van een prima weekend”, aldus de als vijftiende geklasseerde coureur.