Nadat beide Manor-coureurs in de kwalificatie goede prestaties lieten zien, hoopte het team op een beetje geluk in de race. Dat bleek echter teveel gevraagd.

Ze hadden er de gridstraffen van anderen voor nodig, maar Manor-coureurs Rio Haryanto en Pascal Wehrlein startten in Bakoe toch echt als zestiende en zeventiende: een ongekende weelde voor het kleine team. En wellicht een die leidde tot onrealistische verwachtingen, want iedereen bij Manor rekende op een wilde race vol  safetycar-situaties en wie weet waar Haryanto en Wehrlein dan konden eindigden. Dat viel tegen: het werden een uitvalbeurt voor de Duitser en de laatste plaats voor Indonesiër Haryanto.

Haryanto kwam bij de start in het gedrang terecht en was vast van plan nu eens geen ruim baan voor zijn concurrenten te maken. Het resultaat: een van de Haas-coureurs reed over zijn voorvleugel heen en al het harde werk van de kwalificatie werd tenietgedaan. “Ik moest met een kapotte vleugel langzaam terug naar de pits rijden en toen ik eenmaal een nieuwe vleugel had en weer verder kon reed ik een behoorlijk eind achteraan”, vertelt Haryanto. “Bovendien besloot het team mijn banden te wisselen van supersoft naar soft, met de bedoeling dat ik daarmee de race zou uitrijden.” Dat werden dus 49 lange ronden voor Haryanto, die niet alleen ver achter lag, maar aanvallen ook wel kon vergeten omdat hij zijn banden heel moest houden. “Dat viel niet mee, vooral tegen het eind waren ze zo versleten dat mijn rempunt elke ronde een paar meter eerder lag.”

Over rempunten gesproken: dat van Pascal Wehrlein lag tot zijn eigen schrik ineens wel heel ver weg. Aan het eind van het rechte stuk remde de auto van de regerend DTM-kampioen namelijk bijna niet meer. “Ik was op weg naar de Saubers die binnen mijn bereik kwamen, maar plotseling deden de remmen het niet meer. Heel jammer, want ik had een prima race met leuke gevechten.”