Het ter ziele gegane team van Marussia had in totaal voor 40 miljoen euro aan openstaande schulden. Dat wordt duidelijk in documenten die door de curator van de renstal aan het Britse hooggerechtshof zijn verstrekt.

De grootste gedupeerden van het faillissement van de Brits-Russische formatie zijn Ferrari en McLaren. Die teams, waar Marussia op technologisch vlak mee samenwerkte, hebben rekeningen van respectievelijk 21,2 miljoen en 8,9 miljoen euro open staan. Ook bandenleverancier Pirelli krijgt nog geld van Marussia; in hun geval gaat het om een kleine 1,3 miljoen euro.

Het management van voormalig Marussia-rijder Max Chilton ging tevens flink de boot in: het moet nog 4 miljoen euro ontvangen. Een andere opvallende naam op de lijst met schuldeisers is die van Timo Glock. De Duitse ex-coureur, die van 2010 tot 2012 de Marussia-kleuren verdedigde, wacht nog steeds op iets minder dan 8 ton aan salaris.

Faillissement

Marussia was, na Caterham, het tweede team dat afgelopen seizoen in zware financiële problemen kwam. Eén race nadat Marussia-coureur Jules Bianchi bij een crash op Suzuka zwaar gewond raakte, werd de renstal net als die van de Maleisische collega’s onder curatele gesteld. Op 7 november viel officieel het doek voor Marussia, waardoor het team ook kon fluiten naar de miljoenen aan prijzengeld die het door Bianchi’s twee punten in Monaco had kunnen krijgen.

Daarna werd nog wel gezocht naar een koper – het team zou zelfs van plan zijn geweest net als Caterham toch te racen bij de seizoenafsluiter in Abu Dhabi – maar dat bleek tevergeefs. Inmiddels is de inboedel van de failliete equipe onder de hamer gegaan. Een van de geïnteresseerden op die veiling was de Amerikaan Gene Haas, die in 2016 met zijn eigen team aan de start hoopt te verschijnen en eind december ook de Marussia-fabriek in Banbury kocht.