McLaren-coureurs Jenson Button en Kevin Magnussen komen voorzichtig optimistisch naar de Hungaroring, een circuit waar hun team het door de recente vooruitgang aardig kan doen.

Dat denken althans Button en Magnussen zelf. Volgens eerstgenoemde is de Hungaroring ‘ondanks dat iedereen denkt dat het een trage baan is, een circuit dat best nog wat stoere bochten heeft’, maar desondanks nog wel altijd een omloop waar grip en downforce doorslaggevend zijn. “En op dat vlak hebben we de laatste tijd wat goede stappen in de juiste richting gezet”, meent Button.

Teamgenoot Magnussen beaamt dat. “Tijdens de laatste races hebben we wel laten zien dat het steeds beter gaat op banen met bochten waar je langzaam of met gemiddelde snelheid doorheen moet, dus ik verwacht dat we komend weekend in een positie zitten om flink wat punten te scoren voor het kampioenschap.”

Wat het vertrouwen verder versterkt, is dat beide coureurs goede herinneringen bewaren aan de Hungaroring. “Ik won hier in 2006 mijn eerste Grand Prix – op zo’n dag waarop alles op z’n plek viel – en in 2011 won ik er weer, in wat mijn tweehonderdste Formule 1-race was. Dat was een hele bijzondere dag, waarvan het moeilijk te geloven is dat het alweer bijna zestig races geleden iss”, vertelt Button.

Rookie Magnussen reed nog niet eerder met een Formule 1-bolide op het Hongaarse circuit, maar kwam er vorig jaar wel met de Formule Renault 3.5. “Ik wist toen geen van onze op de Hungaroring te winnen, maar heb er wel van genoten, en dan vooral van de eerste race.”

“Na een verregende kwalificatie moest ik die wedstrijd als zestiende beginnen, maar op de wederom erg natte dag van de race had ik alles goed voor elkaar. Ik wist veel mensen in te halen en knokte me nog terug naar de tweede plek”, memoreert Magnussen, die nu na een paar lastige raceweekends in de Formule 1 voor Hongarije hoopt op een weekend waarin ‘alles nu eens op z’n plek valt’.