Vincent Sondermeijer
21 september 2014
Met de snelheid van de McLarens was in Singapore op zich niet zoveel mis, maar tijdens de race was een mooie puntenscore het team niet gegund. Kevin Magnussen sleepte welgeteld één felbevochten punt in de wacht.
Ex-wereldkampioen Jenson Button lag een paar ronden voor het einde van de race op de zevende plaats, en maakte zich op om de voor hem rijdende Valtteri Bottas aan te vallen, toen zijn auto er plotsklaps mee ophield. “Ik had de auto net in een andere mode gezet, en de jacht op Bottas begon spannend te worden. Een paar bochten later, op de brug, viel de wagen gewoon helemaal uit, zodat ik hem moest stilzetten.”
“Ik had me echt verheugd op het einde van de race, want ik denk dat ik Valtteri sowieso voorbij was gekomen. Maar het mocht niet zo zijn, ik had geen geluk”, aldus de onfortuinlijke Brit.
Magnussen
Rookie Kevin Magnussen haalde het enige punt binnen voor het team uit Woking, maar dat ging niet bepaald van een leien dakje. De cockpit van zijn McLaren werd op de één of andere manier kokend heet. Magnussen klaagde over de boordradio dat hij zijn mond verbrandde aan het water uit zijn drinkfles en koelde tijdens onder de Safety Car zijn handen buiten de cockpit.
Nadat hij zestien ronden voor het einde een nieuw setje banden had gehaald, wist Magnussen zich nog terug te knokken tot de tiende plaats. “Het was het zwaarst bevochten punt dat ik ooit gehaald heb”, meldt de jonge Deen na afloop. “Tijdens de race werd mijn stoel heel erg warm, wat het bijzonder oncomfortabel maakte voor me. Als dat niet was gebeurd had ik hoger dan tiende kunnen eindigen. Maar het is beter dan niks.”