Dat een zilveren bolide met een Mercedes-krachtbron achterin nog geen garantie is voor succes, heeft McLaren op de vrijdag in Brazilië wel weer eens bewezen. Het team uit Woking draaide anoniem mee door een gebrek aan topsnelheid.

Jenson Button kwam in de eerste training zelfs helemaal niet tot een tijd. De Engelsman reed al vroeg de pits uit, maar stond daar ook vroeg weer stil, aangezien hij niet verder kwam dan één (installatie)ronde. “Ik had een probleem met het Energy Recovery System“, legt Button uit. “Een problematische eerste sessie dus, maar gelukkig ging het in de tweede training beter.”

Qua positie op de ranglijst zou je dat niet zeggen, want Button was slechts zestiende, maar Button zegt wel te weten wat er allemaal niet klopte aan zijn McLaren MP4-29: “We bleven aanvankelijk vooral achter qua topsnelheid. Vreemd, want het is niet zo dat we met meer vleugel dan de rest rondreden, maar we moesten de auto toch echt met wat minder downforce afstellen om aansluiting te vinden qua topsnelheid.”

“Het is dan ook wel duidelijk dat we nog flink aan de bak moeten voor zaterdag, maar volgens mij weten we wel wat ons te doen staat en er zit ook meer in de auto dan we vandaag hebben laten zien. Het wordt echter wel cruciaal de juiste afstelling te vinden, hetgeen nog makkelijker gezegd is dan gedaan aangezien het zaterdag waarschijnlijk gaat regenen en zondag vermoedelijk droog blijft.”

Magnussen
Teamgenoot Kevin Magnussen zat er beter bij met een negende en tiende klassering. De Deen heeft dezelfde klacht als Button – een gebrek aan topsnelheid – maar meldt dat zijn auto verder wel goed aanvoelde.

Waar Magnussen zich ook zorgen om maakt, is de hoge bandenslijtage, te wijten aan de hitte. Hij stelt zichzelf echter gerust met de aanname dat ‘iedereen daar last van heeft’ en hoopt ondertussen vooral dat het zaterdag droog blijft: “Want dan kunnen we onze set-up verder verbeteren, nog wat extra’s vinden qua pace en hopelijk een degelijk resultaat behalen in de kwalificatie.”