Met Jenson Button op de zesde plaats en Kevin Magnussen op de tiende heeft McLaren na drie races zonder punten eindelijk weer gescoord. Button is er best tevreden mee, maar Magnussen niet bepaald.

“Dit is geen slecht resultaat”, oordeelt Button, die vanaf de twaalfde startplaats moest komen, in gesprek met Sky Sports F1. “Ik had graag de vijfde plek nog afgepakt van Nico Hülkenberg, maar dat lukte me helaas niet”, erkent Button, die in de slotfase nog wel aan teamgenoot Magnussen voorbij ging, met een beetje hulp: “Ik weet niet precies wat, maar er was duidelijk iets mis met zijn motor.”

Voor Button was het hoe dan ook lekker om te scoren na een wedstrijd die ’typisch was voor racen in Monaco’ en waarbij hij in de eerste ronde bovendien betrokken was bij een incident met Sergio Pérez, voor wie dat einde verhaal betekende.

Naar dit incident loopt nog een onderzoek en dus krijgt het mogelijk nog een staartje voor Button, die zich er daarom ook nog niet over wil uitlaten. “Totdat ik met de wedstrijdleiding gesproken heb, kan ik er niks over zeggen.”

Magnussen
Teammakker Magnussen viel niet alleen terug door het (tijdelijke?) motorprobleem, maar ook omdat Ferrari-man Kimi Räikkönen met hem botste toen deze hem probeerde in te halen bij de Loews-hairpin.

Magnussen verloor hierdoor veel tijd en is duidelijk niet gecharmeerd door de actie van Räikkönen. “Ik had de deur al dicht gedaan, maar hij probeerde het toch nog”, verzucht de jonge Deen, die sowieso teleurgesteld is: “Ik had hier vijfde kunnen worden en tien punten kunnen pakken”, treurt hij na.

Wat er mis ging met zijn motor en waarom hij terugviel tot voor Räikkönen, weet ook Magnussen niet. “Het stak heel plotseling de kop op. Erg jammer, want ik had banden gespaard en had Nico Hülkenberg nog kunnen aanvallen”, denkt de coureur die ervan baalt dat de race die ‘goed begon uiteindelijk dus teleurstellend eindigde’.