Formule1
Daan de Geus
22 juli 2012
Het team van McLaren blijft er van overtuigd dat de naar Hockenheim meegebrachte updates een verbetering zijn en gaat er dan ook vanuit dat het in de race – mits het droog is – goed kan presteren.
“De auto is absoluut beter dan hij hiervoor was”, vertelt Lewis Hamilton aan de verzamelde pers. “Het is lastig om in tijd uit te drukken hoeveel de updates ons opleveren, want daarvoor hebben we ze niet uitgebreid genoeg kunnen testen, maar op een droge baan hebben we echt veel meer grip”, verklaart hij.
Teamgenoot Jenson Button onderschrijft dat. “Het is een goede stap vooruit”, zegt hij over het update-pakket dat McLaren in Duitsland heeft geïntroduceerd. “Het helpt vooral om de bandenslijtage beter binnen de perken te houden”, zo kaart hij aan, alvorens net als Hamilton het voorbehoud te maken dat dit (vooralsnog) lastig in tijdwinst uit te drukken is: “We zullen straks in de race wel zien hoeveel het ons wat dat betreft oplevert.”
Button stelt verder dat de McLaren MP4-27 sowieso al een snelle auto was en dat nog altijd is. Dat het niet altijd lukt om dat te bewijzen – zoals gisteren in de regenachtige kwalificatie – komt volgens hem door de Pirelli-banden. “Het blijft lastig om die aan de praat te krijgen. Als dat lukt, is onze auto ontzettend competitief, maar het is gewoon niet eenvoudig om de sweet spot van de Pirelli’s te vinden.”
Ook teambaas Martin Whitmarsh benadrukt dat het team uit Woking vertrouwen blijft houden in de gebrachte doorontwikkelingen en het ontwikkelingstraject dat het volgt.
Whitmarsh voegt daar verder nog aan toe dat hij geen boodschap heeft aan vragen over de neus van de bolide, die ondanks een revisie nog altijd niet ‘getrapt’ is zoals die van de andere topteams: “Ik snap best dat mensen zich daar op richten als reden waarom we soms niet competitief zijn, want zo’n uiterlijk verschil trekt natuurlijk de aandacht, maar zoveel verschil maakt het wel of niet hebben van een bultneus echt niet”, verklaart hij. “Wij blijven dan ook gewoon achter onze ontwerpfilosofie staan.”