Het verschil tussen Mercedes en Red Bull op rechte stukken, wordt niet zozeer door motorvermogen bepaald, maar door de downforce waar Red Bull mee rijdt.

Dat stelt Paddy Lowe, bij Mercedes de eindverantwoordelijke voor alle technische zaken, in gesprek met Motorsport.com.

“Het is opmerkelijk dat Red Bull continu verhalen oprakelt over hun gebrek aan motorvermogen, want één ding is wel gebleken: ze reden op Silverstone, zoals wel vaker, met meer vleugel – en dus meer downforce – dan wij.”

“Het lijkt daardoor of ze minder vermogen hebben en sneller in de bochten zijn, maar dat komt door de keuze die ze zelf hebben gemaakt met de afstelling.”

Formula One World Championship 2016, Round 10, British Grand Prix, Silverstone, England, Sunday 10 July 2016 - Nico Rosberg (GER) Mercedes AMG Petronas F1 W07 and Max Verstappen (NLD) Red Bull Racing RB12.

Red Bulls Max Verstappen vocht in Silverstone de nodige duels uit met Mercedes’ Nico Rosberg.

“In werkelijkheid is het namelijk zo dat er tegenwoordig nog maar weinig verschil tussen de verschillende motoren zit, terwijl er wél nog altijd verschil zit in met hoeveel downforce je kan rijden.”

Lowe lijkt het feit dat Red Bull in de regen dichtbij Mercedes kwam dus vooral aan Red Bulls keuze voor veel downforce toe te schrijven, maar aan de andere kant zinspeelt hij er dus op dat het verschil op een droge baan niet alleen door de Mercedes-motor werd gemaakt, maar ook door het chassis.

Silverstone is daarbij namelijk een goede graadmeter voor hoe sterk het totaalpakket van een team is, verklaart Lowe: “Als circuit is het een geweldige test voor de hele auto, qua aerodynamica en vermogen.”

Volgens Lowe is het verder wel zo dat de onderlinge verschillen tussen de teams vooraan – met kampioenschapsleider Mercedes voorop – per circuit zullen blijven fluctueren.

In welke mate dat zo zal zijn, vindt hij echter lastig te zeggen. “Ik heb nooit volledig begrepen hoe de performance verband houdt met een specifiek circuit. We proberen dat continu te kwantificeren, maar zien geregeld opmerkelijke variaties in de onderlinge verschillen per circuit.”