Werken bij de Grand Prix van Monaco betekent minstens een training langs de baan volgen. Nergens kom je zo dichtbij als hier.

Ik had een stek uitgezocht aan de binnenkant van La Rascasse, de laatste bocht van het circuit van Monaco. Er is daar een piepklein grasveldje waar ik net kon zitten, tussen een paar brandweermannen in. Die ontnamen me wel het zicht naar links, waardoor ik de auto’s niet kon zien aankomen. (Twee dagen later werd datzelfde veldje trouwens tot verboden gebied verklaard. De coureurs hadden geklaagd dat er mensen stonden die hen het zicht ontnamen. Aan alle fotografen die hun favoriete spot kwijtraakten: it wasn’t me.)

Iedereen die daarvoor geautoriseerd is, hoeveel Grands Prix ze ook bezocht hebben, gaat in Monaco langs de baan kijken. Twee mannen kwamen naderbij, het waren David Coulthard en Martin Brundle. Thans collega’s in dienst van de BBC, en samen goed voor twee overwinningen (Coulthard in 2000 en 2002) en een tweede plek en een koprol (Brundle in 1994 en 1986).

Ook hen verveelt Monaco nooit. Het was mooi te zien hoe deze twee Grand Prix-veteranen elkaar ter hoogte van het zwembad – waar Brundle zijn crash had – met hun mobiele telefoon fotografeerden. Het enige dat nog spectaculairder is dan een Formule 1-auto langs het zwembad te zien razen, is er zelf een besturen. Maar veel ontloopt het elkaar niet.