Je hebt voetbalhumor (waarvan de naam klinkt als een excuus, en dat is het ook), Belgische humor (dat is normale humor, maar dan anders uitgesproken) en kennelijk ook Amsterdamse humor (die zo heet omdat je anders niet weet dat het grappig bedoeld is). En er is ook coureurshumor.

Een fraai voorbeeld daarvan zag ik dit weekend in Monza, waar Ferrari een ‘dingetje’ hield om een computerspel te promoten. De opkomst was vrij groot omdat er geruchten gingen dat er gratis spelcomputers werden uitgedeeld, maar toen duidelijk werd dat dit niet het geval was, moest er nog snel een ‘fotomoment’ georganiseerd worden voordat iedereen vertrokken zou zijn..

Felipe Massa en Fernando Alonso gingen op de foto met een stuurtje in hun hand, en daar was het dat de zogenaamde ‘coureurshumor’ de kop op stak. Massa maakte met zijn vingers een v-tje achter het hoofd van Alonso. Dit tot zichtbaar afgrijzen van de organiserende sponsor, die door Massa’s grap een volledige advertentiecampagne de mis in zag gaan.

Later die dag las ik in een boek dat er ooit wel goede coureurshumor moet zijn geweest. Het betrof een voorval met Alan Stacey, een coureur uit de jaren vijftig die ondanks een houten been de Formule 1 haalde. Stacey zat, zo luidt het verhaal, in de pits van Spa-Francorchamps te praten met een mooi meisje, zijn nepbeen nochalant bungelend op het voorwiel van zijn auto. Collega Lotus-coureur Innes Ireland liep voorbij, greep een schroevendraaier en ramde die zonder iets te zeggen in het kunstbeen. Het meisje, dat niet wist dat Stacey onder zijn overall een prothese droeg, viel flauw van schrik.

Jammer alleen dat daar dan weer geen foto’s van zijn.