Lekker is dat, als een collega vlak voor je debuut op het moeilijkste circuit van het jaar allemaal spookverhalen gaat ophangen.

De discussie ging donderdag over het verschil tussen de circuits van Monaco en Singapore. Sebastian Vettel voerde het woord, met naast hem Nico Rosberg en schuin achter hem Sergio Pérez. De jonge Mexicaan had zojuist verteld dat hij erg uitkeek naar zijn eerste rondjes op het stratencircuit van Singapore.

“Dit circuit is veel heftiger dan Monaco”, vertelde Vettel. “Je kunt je in geen enkele bocht een foutje veroorloven. Het is heet en vochtig, het is loodzwaar, er zijn meer hobbels dan in Monaco en ze zijn groter.”

Naast Vettel trok Nico Rosberg een wenkbrauw op. Een paar maanden geleden maakte de Mercedes-coureur immers een doodssmak mee toen hij in Monaco bij het uitkomen van de tunnel op een hobbel de controle kwijtraakte, de vangrail indook en rakelings de afscheiding tussen de baan en de uitloopstrook aan de rechterkant miste. Maar Rosberg bleef cool en zei verder niks.

Na het ongeluk vertelde Rosberg dat een coureur na een dergelijke klap altijd tijd nodig heeft om zijn zelfvertrouwen te hervinden. Ervaring helpt daarbij, volgens hem. Rosberg heeft wel meer klappers meegemaakt in zijn carrière. In 2008 kletterde hij in Monaco ook al de muur in.

Vettel ratelde intussen maar door. “In Monaco is een fout snel gemaakt, maar hier nog sneller.” Achter het duo werd Sergio Pérez er stil van. Monaco? Dat was de Grand Prix die hij vanuit het ziekenhuisbed had bekeken. Zo te zien had hij er ineens niet zo’n zin meer in.