Sinds 1991 loopt Olav Mol als commentator in de Formule 1 rond. Eind jaren negentig, begin jaren 2000 was hij daarnaast columnist bij FORMULE 1 (en RaceReport). Er is in die jaren veel veranderd in hoe coureurs en teams de media benaderen. “Jacques Villeneuve kon op de trap van zijn motorhome roepen: ‘Honda heeft me zo’n kutauto gegeven dat ik niet weet of ik morgen wel ga rijden’.”

“Zie jij dat een van de jongens nu nog doen?”, is Mols retorische tegenvraag aan FORMULE 1, in een uitgebreid interview ter ere van het 25-jarig jubileum van het magazine. “Mark Webber was op zijn manier de laatste uitgesproken coureur”, stelt Mol. “Het zijn werknemers van een team geworden, terwijl het vroeger vrije geesten waren.”

Behalve dit, is Mol nog een andere ‘slechte trend’ opgevallen. “Dat teams denken dat ze alles in de hand kunnen houden”, haalt de commentator van Ziggo Sport aan. “Zo moeten we nu opeens een lijstje met vragen indienen voor een interview. Terwijl: als iemand antwoord geeft, roept dat een wedervraag op. Bij een true/false-gesprek met Daniel Ricciardo wilde Renault veertien van de achttien vragen schrappen, omdat ze niet alleen over Renault gingen, maar ook over Max Verstappen. Maar daar kan hij nu juist misschien iets leuks over roepen.”

“Ze vergeten weleens dat alle publiciteit goed is. En als je alles alleen maar positief brengt, prikken de kijkers, luisteraars en lezers daar echt wel doorheen.”

In de nieuwste editie van FORMULE 1, nr. 10, vertelt Olav Mol in een uitgebreid interview over zijn tijd als columnist van FORMULE 1, het oprichten van RaceReport, hoe internet alles heeft veranderd en het werken in de sport. “Een blad over Formule 1, ik was verbaasd dat zoiets er kon komen.” FORMULE 1 nr. 10 is nu in de winkel te koop of hier te bestellen.