Een weekend met gemengde gevoelens. Op zaterdag had ik er flink de balen in. Al weken proberen we ons te plaatsen voor de tweede kwalificatiesessie. Ik weet dat we dat in ons hebben, maar elke keer gaat er iets mis. Is het niet de FIA die het voor ons met een code rood verziekt, dan is het wel mijn eigen team dat zit te slapen.


Ik ben niet iemand die snel de schuld op een ander schuift, maar in dit geval kan ik er niet omheen. Door hun getreuzel konden we niet de drie geplande runs doen. Maar dit is de eerste en laatste keer geweest. Na afloop heb ik mijn team apart genomen. Ik wilde weten wat er was gebeurd. Dat doen we ook als ik het vergooi. Gelukkig dat ze zelf inzagen dat ze het voor mij verpest hadden. Het is belangrijk dat ze zelf door hadden dat ze fout waren, want nu komt het nooit meer voor. Daar zorg ik wel voor.

Ik eis namelijk van mijn teamleden dezelfde spirit en inzet die ik zelf heb. Zij moeten er tenslotte samen met mij voor zorgen dat ik hogerop kom in de Formule 1. Gelukkig hebben we hier allemaal van geleerd en is onze band alleen maar sterker geworden.

Op zondag hebben we bovendien goed gereden, wat iedereen erg positief stemt. We hebben een behoorlijk gat geslagen met de Super Aguri’s en komen steeds dichter bij de Red Bulls en Toro Rosso’s. Donderdag test ik nog op Silverstone en we gaan daarna met het team richting Canada.

Ik kijk nu al uit naar die race, want Montréal is één van mijn favoriete circuits. Het is een hogesnelheidscircuit, dat af en toe heel verraderlijk is. Dat vind ik wel weer leuk. Je moet oppassen met hoeveel risico je neemt, want er staan daar ook betonnen muren. Bovendien heb je er mooie hairpins, chicanes en snelle doordraaiers en dat in combinatie met de mooie omgeving maakt het speciaal om daar te racen.

Natuurlijk speelt het ook mee dat ik goede herinneringen aan het circuit heb. De race was vorig jaar erg goed evenals mijn kwalificatie. Over die kwalificatie is toen veel te doen geweest. Op de grid kwamen er zelfs teambazen naar me toe om te zeggen hoe goed ze mijn rondje vonden. Heel bijzonder natuurlijk, hoewel ik zelf mijn kwalificatie niet echt uitzonderlijk vond. Toch was het een soort eye-opener. Die kwalificatie heeft er mede voor gezorgd dat ik er dit jaar weer bij ben.

Tussen de Grand Prix’ in Montréal en Indianapolis blijven we in Noord-Amerika. Op en neer vliegen heeft geen zin. Ik heb dan twee dagen vrij en ga dan naar New York om een bekende op te zoeken. Daarna worden we alweer in Indianapolis verwacht.

Ik ben benieuwd wat ons daar te wachten staat. Voor mij is het weekend op voorhand al een beetje geslaagd. Ik zie daar namelijk mijn ouders weer.

Die wonen in Amerika en heb ik dus al lang niet gezien. Maar de grote vraag is natuurlijk wat het publiek doet. Vorig jaar hadden we dat bandendrama. Triest voor de sport, maar voor mij persoonlijk wat het een hoogtepunt. Nog steeds. Ik heb daar tenslotte mijn eerste Formule 1-punten gescoord. En punten zijn punten. Laten we hopen dat we dit jaar weer voor een dergelijke stunt kunnen zorgen.

Christijan Albers