Van schoonmaken en strijken, is gisteren niks terecht gekomen. Nadat het nieuws van Robert Kubica bekend werd, liep ik als een zombie door het huis.

De tv stond afgesteld op Eredivisie Live: FC Utrecht – FC Twente. Maar zelfs de wetenschap dat mijn favoriete voetbalclub koploper kon worden van de eredivisie, kon me niet opvrolijken. Steeds maar weer dwaalden mijn gedachten af. Lang was er onzekerheid over de ernst van Kubica’s verwondingen, met als gevolg dat erop internet allerlei Wild-West-verhalen verschenen. Een Italiaans persagentschap melde zelfs dat zijn hand geamputeerd moest worden. Gelukkig is hem dat bespaard gebleven.

Of hij zijn hand ooit weer normaal kan gebruiken, is niet bekend. Laat staan of hij weer kan racen. En daar nog überhaupt zin in heeft.

Gisteren dwaalden mijn gedachten automatisch af naar de Grand Prix van Hongarije 2009. Die verschrikkelijke crash van Felipe Massa, het wachten bij het ziekenhuis, de onzekerheid. Ik ken Massa niet zo goed als dat ik Kubica ken. Robert is één van de leukste coureurs in de paddock. Eerlijk en zonder fratsen. De term politiek correct kent hij niet en dus zegt hij altijd waar het op staat. Zint een vraag hem niet, dan zegt hij dat. Of vraagt hij waarom ik juist dat wil weten en waar ik mijn mening op gebaseerd heb. Hij neemt de tijd voor je, waardoor je na een interview met hem nooit teleurgesteld thuis komt. Niet in de laatste plaats omdat hij bijzonder grappig is.

In 2007 interviewde ik hem voor het eerst. Een paar dagen voor zijn afschrikwekkende crash tijdens de Canadese Grand Prix. De woensdag erna kwam ik hem weer tegen op het vliegveld van Detroit voor een overstap naar Indianapolis. Hij liep wat moeilijk, maar verder niets aan de hand zei hij. Een paar minuten later zag ik hem gebiologeerd naar zijn laptop turen: de beelden van zijn crash op herhaling.

Aan stoppen heeft hij toen nooit gedacht. Ook niet in 2003 toen zijn arm na een zwaar auto-ongeluk verbrijzeld was. Een intensieve herstelperiode en achttien titanium bouten verder, kroop de Pool achter het stuur om bij zijn rentree gelijk zijn eerste race te winnen. Mocht Kubica van zijn huidige verwondingen optimaal herstellen, zal hij gedreven als altijd plaats willen nemen in een Formule 1-auto.

Zijn liefde voor racen is zo groot, dat hij het liefst elke dag in een racewagen kruipt. Vandaar ook dat hij rally wilde rijden. Of het verstandig is, is een tweede. Renault-teambaas Eric Boullier verklaarde hem niet tegen te willen houden in zijn passie. “We willen geen robot achter het stuur.” En gelijk heeft hij. De coureurs staan onder zoveel druk, ze moeten een manier hebben om zich te kunnen ontspannen en afreageren. Mountainbiken blijkt ook al te gevaarlijk, wanneer je Webber als voorbeeld neemt. Of denk aan de crash van Heikki Kovalainen tijdens de Race of Champions. Of neem het ski-evenement van Ferrari – dat is ook niet geheel zonder risico’s. Zelfs het door Robert Kubica zo geliefde bowlen zou je als potentieel gevaarlijk kunnen beschouwen. Feit is dat bij alles wat je doet, risico’s op de loer liggen. Uit onderzoek blijkt immers dat de meeste ongelukken in en om het huis gebeuren.

Terwijl Boullier samen met Vitaly Petrov vandaag een bezoek brengt aan het ziekenhuis, zal er intern al gesproken zijn over zijn vervanger. Professor Mario Igor Rossello, Kubica’s arts, verwacht tenslotte dat zijn herstel wel een jaar kan duren.

En dan heb je als Renault maar liefst vijf (!) testcoureurs ter beschikking, waarvan uiteindelijk geen van allen geschikt is om Kubica te vervangen. Bruno Senna heeft met een seizoen voor HRT de meeste ervaring, maar de Braziliaan kan een team als Renault niet dragen. Tijdens de presentatie verklaarde de renstal om zeges te willen strijden. Voor Petrov al een te hoog gegrepen doel, laat staan voor Senna.

Om niet datgene waar Kubica vorig jaar en afgelopen winter zo hard voor gewerkt heeft, teniet te doen, doet het team er verstandig aan verder te kijken dan de heren Senna, Grosjean, Fauzy, Charouz en Tung. Een coureur met ervaring en kennis is een vereiste. En dan kom je toch snel uit op Nick Heidfeld, oud-teamgenoot van Kubica. Ook Kimi Räikkönen zou een goede optie zijn. Hoewel het zo banaal lijkt om al bezig te zijn met zijn vervanger terwijl Kubica’s lot niet duidelijk is, is snel handelen gewenst. Donderdag begint immers in Jerez de tweede test alweer.

Het is vreemd hoe de (Formule 1-)wereld er in een paar dagen zo anders kan uitzien. Vorige week donderdag schreef ik een artikel over Kubica voor de preview special die begin maart in de winkels ligt. Een verhaal over passie, gedrevenheid en de wil om in 2011 nog een overwinning aan zijn palmares toe te voegen. Het heeft niet zo mogen zijn.