Toeval, of niet: ik heb in Jeddah dezelfde hotelkamer gekregen als vorig jaar. Toen ik dinsdag rond middernacht op de bovenste verdieping nummer 636 binnenstapte, trok ik automatisch direct de gordijnen open. Gewoon om er even zeker van te zijn dat er dit keer geen olieopslag brandde, zoals in 2022. Het enige dat ik nu zag waren stadslichten, neonreclame van de Panda Hypermarket en duizenden sterren. Een geruststellende gedachte die me na een vermoeiende dag reizen meteen in slaap suste.

Het is inmiddels een jaar geleden dat de Grand Prix van Saoedi-Arabië in vuur en vlam stond. De aanslag op een olietank van staatsbedrijf en F1-sponsor Aramco nabij King Abdulaziz International Airport, vrijdags tijdens een vrije training, zorgde destijds voor grote commotie. En niet alleen in het rennerskwartier, waar tot diep in de nacht een verhitte discussie woedde over het eventueel afblazen van de GP. Het deed bij veel volgers én coureurs in Jeddah de vraag rijzen: waarom reist de Formule 1 naar landen waar veiligheid zo’n belangrijk thema is? De bloedige strijd van de Houthi’s, een Sjiitische rebellengroep uit Jemen die de droneaanslag opeiste, met de Saoedi’s speelt immers al jaren. Maar ja, cash is king, zoals Lewis Hamilton de mores van Formule 1’s rechtenhouder ooit treffend samenvatte.

Volgens een woordvoerder van de Grand Prix zijn er dit jaar allerlei maatregelen genomen om de veiligheid van de Formule 1-gemeenschap en eigen burgers zoveel moeglijk te kunnen waarborgen. De Engelse sensatiekrant The Sun meldt zelfs dat er een ‘ijzeren schild’ is geïnstalleerd, een luchtafweersysteem waarmee onbemande drones kunnen worden onderschept. Saoedi-Arabië weet dat de hele wereld na de aanslag van vorig jaar opnieuw meekijkt, de steenrijke oliestaat kan zich niet nog zo’n klapper veroorloven.

Op de luchthaven, waar het dinsdagavond bijzonder druk was met gelovigen die op weg waren naar Mekka, was er een extra controlepost voor iedere bezoeker. Alle tassen, hoe klein ook, moesten bij binnenkomst in het heilige land door een scanner. Maar dat leek een maatregel voor de bühne: het personeel keek meer op de telefoons dan naar het computerscherm met scans.

Verder heb ik nog niets gemerkt van uitgebreide veiligheidsmaatregelen. Een jaar geleden was er bij de drie hotels die hier naast elkaar liggen en waar veel teams en journalisten verblijven, 24 uur per dag politiebewaking. Weliswaar in de auto met draaiende motor, maar toch… Misschien nemen ze vandaag of morgen hun posities wel weer in. Dat is in ieder geval een prettiger vooruitzicht dan op je hotelkamer drie dagen lang naar de dreiging van een brandende olieopslag in de verte te kijken.

Doe mij maar een miljoen sterren.