Sinds vorig jaar reis ik van mijn hotel in een van de ‘betere buurten’ van Mexico-Stad met het openbaar vervoer naar Autódromo Hermanos Rodríguez. Omdat je aan het eind van de dag in de totale chaos bij het circuit (Puerta 7) onmogelijk een taxi of Uber kunt laten voorrijden of vinden en mijn ongeduld nu eenmaal erg snel opraakt, dacht ik: Laat ik de metro eens proberen.
Direct naast de hoofdingang van het circuit grenst metrostation Ciudad Deportivo. Hoewel zelfs de organisatie buitenlandse journalisten dringend adviseert de metro vanwege de dagelijkse overvallen te mijden, won mijn ongeduld het vorig jaar op vrijdag van het potentiële gevaar. En, ik klop het direct even af, de keus is tot nu toe een heel verantwoorde gebleken. Binnen een half uur ben ik voor €0,90 cent (werkgever ook blij) op de plaats van bestemming. Voor iemand die toch al redelijk gehaast door het leven wandelt een zegen.
Overdag is er, althans tot op de dag van vandaag, weinig aan de hand. Ik heb me nog geen moment onveilig gevoeld in de gedateerde, vrij smerige metrotreinen- en stations. Ook niet in de lange, rode metrobussen, zoals ze in Mexico-Stad heten. Vorig jaar was het op zondag na de race één groot feest in mijn treinstel. Ik wist niet wat ik meemaakte. Dat had trouwens ook te maken met het hoge alcoholpercentage in het bloed van de fans. Maar het werd geen moment agressief.
Donderdag duurde de rit naar het circuit veel langer dan normaal. De metrobus had bijna een half uur nodig bij mijn overstappunt naar de metro, de derde halte, te komen. Door een ongeluk was het verkeer helemaal vastgelopen, zelfs op de busstrook. Een politieauto die naar de plek van het ongeval wilde, kwam ondanks gillende sirenes geen steek vooruit. Simpelweg omdat er op de tweebaansweg geen millimeter ruimt was voor het vormen van een reddingstrook.
In de bus, die werkelijk tjokvol zat, heerste ondanks – of dankzij – het trage tempo serene rust. Ook Mexicanen zijn er in de ochtendspits van de metropool kennelijk wel iets gewend. Hoewel de bus afgeladen was, stapten er bij de eerste en tweede halte toch nog mensen in. In tegenstelling tot veel andere landen klinkt er niet in elke bus en metro een signaal dat de deuren open of dichtgaan: die sluiten zonder pardon. En zo gebeurde het dat er opeens een knokpartij ontstond, omdat een man die voor mij de bus uit wilde er bijna niet uit kon. Hij duwde een (stevige) man bruut opzij, maar die was daar niet van gediend. Toen werd het (kort) knokken.
Ik schrok me rot, vind vechten heel ordinair. Maar ik kon door het opstootje wel snel en soepel de bus uitglippen. Morgen hopelijk weer een rustig ritje.
Lees hier alles over de GP Mexico
De nieuwste editie van FORMULE 1 Magazine is uit! Haal ‘m nu in de winkel of bestel ‘m online, met gratis bezorging in heel Nederland.