Jolyon Palmer weet wel hoe de buitenwacht – of in elk geval zijn critici – tegen zijn teamstrijd met Nico Hülkenberg bij Renault aankijken. “Mensen gaan er vanuit dat hij me inmaakt”, weet de Brit, die van zins is daar een stokje voor te steken.

In gesprek met Autosport wordt Palmer gevraagd of hij de indruk heeft dat de buitenwereld er vanuit gaat dat Hülkenberg bij Renault de vloer met hem zal aanvegen, en daar kan hij niet omheen: “Ik denk dat het wel eerlijk is om te stellen dat die verwachting bij veel mensen bestaat”, zegt Palmer.

“Vorig jaar was het echter hetzelfde geval toen Kevin Magnussen mijn teamgenoot was. Uiteindelijk bleek dat toch een ander verhaal”, haalt Palmer aan. Hoewel Magnussen begin 2016 duidelijk de overhand had binnen Renault, bleef Palmer zich namelijk verbeteren en ging het steeds meer gelijk op.

Magnussen won de onderlinge kwalificatiestrijd wel met elf tegen acht en de Deen klopte de Brit ook met zeven om één op punten. In de negen raceweekends na de zomerstop was Palmer echter vijf keer de snellere in de kwalificatie en ging het qua finishen, indien ze allebei de streep haalden, gelijk op.

“Ik ben altijd wel in voor een uitdaging en het is als coureur altijd goed om het tegen een teamgenoot te moeten opnemen die als topper te boek staat”, toont Palmer zich ook nu onbevreesd.

“Nico’s erelijst mag er zijn en veel mensen vinden dat hij een topzitje verdient. Dat ik hem nu als teamgenoot heb, zie ik dus vooral als een geweldige kans om mezelf te bewijzen, maar uiteraard ook als een uitgelezen mogelijk om van hem te leren.”

Palmer had een problematisch weekend in Australië maar gaat met vertrouwen naar China.

In het openingsweekend van 2017 werd Palmer in de kwalificatie om de oren gereden door The Hulk en kwam hij in de race niet in het stuk voor, terwijl de Duitser nét naast een punt greep.

Palmer had echter veel problemen in Australië en noemt dat weekend niet representatief. In China is het daarbij nieuwe ronde, nieuwe kansen volgens Palmer, die zich er niet aan stoort dat hij niet hoog aangeschreven staat: “Uiteindelijk spreken de resultaten voor zich.”