Met slechts vier punten op zak is 2011 niet het jaar van Rubens Barrichello. Twee jaar geleden, toen hij voor Brawn GP reed, deed hij rond deze tijd van het jaar nog volop mee voor de titel. Zijn intenties werden toen op Monza, waar de F1 dit weekend racet, meer dan duidelijk.

Barrichello speelde bij Ferrari altijd tweede viool naast Michael Schumacher. Zo heel af en toe kwam het voor dat de Braziliaan sneller was dan zijn teamgenoot. De Italiaanse teamleiding was er dan echter als de kippen bij om hem terug te roepen. Behalve als Schumacher al kampioen was. Op die manier won Barrichello vijf van zijn negen races voor de Scuderia.

Eind 2005 was hij er helemaal klaar mee. Gelukkig voor hem was Honda niet langer gecharmeerd van Takuma Sato en vond de toen 33-jarige coureur uit Sao Paulo onderdak bij de Japanse formatie. Het eerste jaar verliep nog wel aardig. In de tweede seizoenshelft was Honda een van de meest competitieve teams. Barrichello pakte dertig punten, Jenson Button 56. De verwachtingen voor 2007 waren dus hooggespannen.

Het liep echter uit op een onbegrijpelijk fiasco. Honda had zijn windtunnel verkeerd gekalibreerd en daarom kwam de auto op de baan totaal niet tot zijn recht. Resultaat was dat Barrichello in zijn vijftiende Formule 1-seizoen voor het eerst in zijn carrière geen enkel punt scoorde.

Een jaar later ging het iets beter. In de verregende Britse Grand Prix reed de kleine Braziliaan zelfs naar het podium. Toch was het schandalig dat Honda met het grote budget dat ze hadden ook in dat jaar ver onder de maat presteerden.

Dat was echter ook te wijten aan de aanpak van de inmiddels aangetrokken Ross Brawn. Het was het volgens hem niet waard om nog in 2008 te investeren. Het rendement zou onvoldoende zijn. Daarom was Honda al vroeg begonnen aan de ontwikkeling van de auto voor 2009. Een wijze keuze: het technische reglement ging namelijk volledig op de schop.

Eind 2008 brak echter de financiële crisis uit en dat raakte ook de Japanse auto-industrie. Gevolg was dat Honda zich moest terugtrekken uit de Formule 1. Ross Brawn was er, met de rest van de teamleiding, vervolgens snel bij om het team te redden van de ondergang. Honda werd omgedoopt tot Brawn GP en Honda bleef onder andere de salarissen van het team nog een jaar betalen.

Tijdens de eerste test op Silverstone wisten Button en Barrichello dat ze goud in handen hadden. Dat werd bevestigd tijdens de gemeenschappelijke testdagen in Spanje, toen Brawn absoluut de snelste was. Mede dankzij de innovativiteit van Brawn. Een maas in het reglement zorgde ervoor dat het beoogde diffusorreglement, met een simpele luchtbegeleider onder de auto, niet nageleefd hoefde te worden. Ook besloot Brawn niet met KERS te rijden, wat de juiste keuze bleek omdat het regeneratiesysteem nog te duur in ontwikkeling was en bovendien erg zwaar zou zijn.

Button profiteerde in de eerste helft van het seizoen optimaal van de competitieve BPG 001. Van de eerste zeven races won hij er zes. Alleen in China moest hij Red Bull Racing, Vettel voor Webber, voor zich laten.

Daarna raakte de klad er bij Button echter in. Hij had moeite om de Bridgestones goed aan het werk te krijgen. Iets dat Barrichello beter lukte. En dus werd de Braziliaan langzaamaan sneller dan Button. Dat kwam al tot uiting op Silverstone, toen Button zesde werd en Barrichello derde.

In de elfde race van het seizoen was het dan eindelijk voor Barrichello na vijf jaar weer zover. In de straten van Valencia mocht hij de hoogste trede van het podium opklimmen, na een dominante race. Button werd slechts zevende, en scoorde vervolgens in België – na een botsing met Hamilton – helemaal niet. Barrichello pakte toen twee punten.

Het verschil tussen de twee Brawn-coureurs was toen nog maar zestien punten. En de volgende race vond plaats op Monza, waar Barrichello al eens eerder voor Ferrari won.

Het hele weekend had Barrichello een goed gevoel over zijn auto. Hij wist dat hij een goede kans had op de zege. Net als Button koos hij voor een eenstopstrategie en na de kwalificatie wist hij dat de eerste drie, Hamilton, Sutil en Räikkönen, er twee moesten maken. De FIA gaf destijds na elke kwalificatie prijs wie hoeveel brandstof aan boord had aan de start van de race.

Het pakte in de race perfect uit voor Barrichello, die als vijfde startte. Na de start was hij de McLaren van Heikki Kovalainen al voorbij. En toen de eerste drie coureurs hun tweede stop moesten maken kwam de Braziliaan aan de leiding te rijden. Button vormde wederom geen bedreiging voor Barrichello.

En dus won Barrichello op het thuisterrein van Ferrari, dat hem vaak terugfloot en hem soms klein hield, zijn elfde Grand Prix-zege. Het gat met Button was nog veertien punten. Zou het hem dan toch eindelijk een keer lukken? Barrichello leek Button er definitief onder te hebben.

Maar in Singapore finishte Button weer een plaats voor Barrichello, waardoor het gat weer een punt groter werd. In Japan werd Barrichello zevende, terwijl Button slechts achtste werd. Zo bleef het gat in evenwicht.

Barrichello moest zijn laatste kans grijpen op Interlagos, het circuit dat bijna in zijn achtertuin in Sao Paulo ligt. Maar ook het circuit waar hij altijd pech leek te hebben. Op zaterdag was de Braziliaan ontketend. Met ruim een tiende voorsprong op Webber kwalificeerde hij zich vooraan. In de race kreeg de Braziliaan echter opnieuw last van pech. Vanwege een lekke band moest hij liefst drie pitstops maken. Hij finishte uiteindelijk als achtste, terwijl Button als vijfde eindigde en daarmee zijn titel veiligstelde.

Webber won de race. Red Bull Racing leek op dat moment écht de betere van de twee verrassende teams die in 2009 om de titel vochten. Dat bevestigde Vettel in Abu Dhabi, door de seizoensfinale te winnen en Barrichello nog voorbij te streven in het kampioenschap.

Wie nu zijn geld zet op Barrichello is het waarschijnlijk kwijt, maar wellicht dat, als de Williams meewerkt, de 39-jarige coureur nog een keer iets van zijn klasse kan laten zien. Want er bestaat geen twijfel over dat hij een zeer kundige, getalenteerde coureur is.