De Grand prix van Singapore is een totaal ander evenement dan welke andere race dan ook, omdat hij in het donker wordt verreden. Het is bovendien een moeilijke race, omdat het parcours erg lang, bochtig en glad is. Die combinatie zorgt ervoor dat Singapore niet alleen een onvergetelijke race is voor de rijders, maar ook een waanzinnige show biedt voor de fans.

Het belangrijkste bij de voorbereiding voor de Grand Prix van Singapore is dat je ervoor moet zorgen het tijdsverschil goed te managen. Het heeft geen zin om op basis van de lokale tijd te werken, want dan zit je het grootste deel van de ochtend niks te doen en dan ben je al ’s avonds juist moe op het moment dat je moet presteren.

Ik probeer altijd ’s middags te slapen, zodat mijn lichaam blijft denken dat ik nog steeds in Europa ben. Het voelt wel een beetje vreemd om rond lunchtijd aan je ontbijt te beginnen, maar het werkt prima. Helemaal in Singapore is de Formule 1 een wereld op zich, als zelfs onze tijd verschilt van die van alle andere mensen die er wonen en werken. Toch is het enorm belangrijk om zo te werk te gaan, omdat alleen op deze manier de teams en vooral de coureurs de scherpte blijven houden om op dit verraderlijke circuit optimaal te presteren.

Het is een geweldig gezicht om over een oude ijzeren brug en langs allerlei historische gebouwen te racen, maar technisch gezien betekent dit wel dat we te maken hebben met allerlei ongunstige hellingshoeken: we rijden immers op een traject dat de rest van het jaar gewoon openbare weg is. Er zitten 23 bochten in het parcours, dus het is enorm belangrijk om een goed ritme te vinden zonder dat je de vangrails raakt. Bovendien is Singapore erg zwaar voor de remmen en zitten er veel kerbstones langs de baan. De hobbelige aard van dit circuit vraagt echt extreme concentratie van de coureurs.

Vorig jaar maakte ik tijdens de kwalificatie een klein foutje – ik kuste maar net de muur – , maar dat was genoeg om de polepositie – en de kans op een zege race, zou je kunnen zeggen – kwijt te raken. Ik zat het grootste deel van de 61 ronden achter Fernando Alonso en wat ik ook deed om hem tot een foutje te dwingen, hij maakte geen enkele fout die groot genoeg was om mij een kans te geven hem voorbij te gaan. Net als in Monaco is het erg moeilijk om in Singapore in te halen zonder enorme risico’s te nemen. Ik moest me dus tevreden stellen met de tweede plaats.

Het verschil tussen Singapore en Monaco is natuurlijk dat we racen bij kunstlicht. Daar zijn we niet aan gewend, maar Formule 1-coureurs leren zich snel aan te passen aan nieuwe omstandigheden. Er is veel om rekening mee te houden. Naast de vangrails en de hobbels is de luchtvochtigheid gewoonlijk erg hoog. En als je bedenkt dat deze Grand Prix bijna twee uur duurt, kun je je voorstellen dat dit een hele, hele zware race is. Maar ook een hele bevredigende als je alles goed doet.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Infiniti

Infiniti