De bij Ferrari teruggekeerde Kimi Räikkönen voelt zich nog niet heel fijn in de nieuwe bolide die de Scuderia hem heeft gegeven en vermoedt dat het tijd gaat kosten de bolide naar wens te krijgen.

Räikkönen zat zowel tijdens de wintertests als het raceweekend zichtbaar met een minder lekker gevoel achter het stuur van de Ferrari F14 T dan zijn teamgenoot Fernando Alonso, waarbij Räikkönen op bepaalde momenten echt met de auto leek te worstelen.

Aan Autosport vertelt Räikkönen, die na in Australië de zevende plek te hebben behaald al liet weten dat hij zijn auto niet makkelijk te besturen vond, nu dat het waarschijnlijk tijd zal kosten om de Ferrari naar wens afgesteld te krijgen.

“We weten min of meer wat we willen doen, maar een aantal van die dingen kun je niet van de ene op de andere dag veranderen”, weet de Fin. “Het kost namelijk tijd om bepaalde nieuwe onderdelen die we nodig hebben te produceren, terwijl het ook niet gegandeerd is dat een probleem gelijk is opgelost door een bepaalde aanpassing die we maken”, legt Räikkönen uit.

“Ik heb al eerder in een soortgelijke situatie gezeten en soms kost het gewoon tijd om eruit te komen. Het is helaas niet anders. Het is geen ideale situatie, maar ondanks onze problemen in Australië hebben we volgens mij alsnog het maximale eruit gehaald. Je hoopt van tevoren natuurlijk op meer dan de zevende plek, maar het had slechter gekund en vanaf nu gaat het vast alleen maar beter.”

Teambaas Stefano Domenicali benadrukt dat Ferrari er ‘alles aan doet om de F14 T aan Räikkönens rijstijl aan te passen’: “We moeten Kimi helpen zich goed te voelen achter het stuur. In Australië was het gelukkig al beter dan tijdens de wintertests en ik weet zeker dat er in Maleisië verdere vooruitgang te bespeuren zal zijn.”