Sebastian Vettel geniet geen ‘nummer één status’ binnen Ferrari. Niet contractueel en ook niet onofficieel. Dat zegt Kimi Räikkönen, zijn stalgenoot bij de Scuderia.

In de ogen van velen heeft Vettel de facto de rol van kopman binnen Ferrari en speelt Räikkönen tweede viool, een opvatting waar Mercedes-rivaal Lewis Hamilton de wereld nog eens fijntjes aan herinnerde na de Grand Prix van Monaco. Daar viel Ferrari’s strategie Vettels kant op, waarna Räikkönen balend – en wellicht treffend – in zijn schaduw als nummer twee op het podium stond.

Aan de opmerkingen van Hamilton heeft Räikkönen echter geen boodschap. “Hij mag denken wat hij wil”, reageert The Iceman koeltjes. “Wij weten hoe het echt zit en dat het soms zo uitpakt, dat is niet ongewoon.”

Räikkönen, hier nog voor Vettel in het Prinsdom.

De suggestie dat Ferrari een spelletje speelde, is ook niet aan hem besteed. “We mogen vrij met elkaar racen, zo hard mogelijk. We proberen elkaar te verslaan.”

Volgens Räikkönen is het ook niet zo dat Vettel contractuele garanties heeft die hem bijvoorbeeld een rol als nummer één garanderen. “Zulke afspraken bestaan niet binnen ons team.”

Dat gezegd hebbende, erkent Räikkönen wel dat Ferrari nog altijd de filosofie aanhangt om later in het jaar de coureur die er het best voor staat in het WK zoveel mogelijk te helpen. “Dat is dan als één van ons geen kans meer maakt, maar de ander wel. Dat is heel normaal.”

Het is een aloude tactiek van de Scuderia. In zijn eerste periode bij Ferrari kon Räikkönen onderweg naar de titel in 2007 in de slotfase van dat jaar bijvoorbeeld op hulp van zijn toenmalige teamgenoot Felipe Massa rekenen. In 2008 waren de rollen omgedraaid en was Räikkönen later in het jaar Massa’s secondant, al leverde dat toen geen titel op.

“Ik denk dat elk team het zo speelt”, zegt hij over die aanpak. “We vechten zo lang mogelijk vrijuit, maar als de kaarten geschud zijn en het later in het jaar anders ligt, moet je het zo spelen. Dat is niet meer dan fair.”