De Grand Prix in Bakoe was er voor Kimi Räikkönen één om snel te vergeten. Een botsing in de eerste ronde en een lekke band later in de race maakten hem kansloos.

Räikkönen kwam in bocht twee in contact met zijn landgenoot Valtteri Bottas. Niet voor het eerst en ook niet voor de eerste keer dit jaar, want in Spanje lagen ze ook al met elkaar overhoop na de start.

“Ik werd van de zijkant door hem geraakt. Ik heb geen idee wat hij nou allemaal deed”, moppert Räikkönen in gesprek met Ziggo Sport. “Hij remde vroeg voor de bocht, maar liet zijn remmen daarna los, ging te snel en raakte me”, geeft Räikkönen zijn kant van het verhaal.

Geen reden om te lachen voor Räikkönen vandaag.

Räikkönen kwam ook nog eens tegen de muur aan door het voorval. “Er was veel schade. De auto voelde ook niet goed daarna, maar ik kon gelukkig door.” Räikkönen reed daarna als zesde rond toen het in ronde negentien mis ging tussen de twee Force India’s voor hem, die elkaar raakten. “Ik had de pech dat ik over een brokstuk reed en een lekke band kreeg.”

“Het zorgde ook voor veel schade aan de vloer, de achterkant en de achtervleugel”, zegt Räikkönen over de klapband. Het leek einde verhaal, maar goed werk van zijn monteurs toen de rode vlag wat later uitging, betekende dat hij toch weer aan kon sluiten voor de herstart.

Dat was toen al in kansloze positie, waarna het – een tijdstraf en technisch probleem later – vervolgens alsnog einde verhaal was. “Niets aan te doen van onze kant”, zegt hij over hoe het op een teleurstelling uitliep. “We kregen vandaag klap na klap en staan daardoor nu aan het eind met lege handen.”