Met een ronduit dramatische Grote Prijs van Singapore achter de rug gaat Renault in Japan op jacht naar eerherstel. De toptien is het doel voor het team dat in de vijfde plaats om het WK strijdt.

Renaults technisch directeur James Allison verwacht dat het team op Suzuka veel beter voor de dag zal komen dan in Singapore, waar Bruno Senna en Vitaly Petrov slechts als vijftiende en zeventiende over de streep kwamen: “De R31 past veel beter bij een vloeiend en snel circuit zoals Suzuka”, legt hij uit.

“Ik zou dan ook teleurgesteld zijn als we ons niet in de toptien kwalificeren en daarna punten kunnen scoren om de slechte nasmaak van de Grote Prijs van Singapore weg te spoelen”, vervolgt de technisch directeur, die weet dat Renault de punten nodig heeft: “Force India komt namelijk steeds dichterbij en we hebben dus een goed resultaat nodig om ze voor te blijven.”

Wat Senna betreft, gaat het Renault ook absoluut lukken om zich in Japan te herpakken: “We verschijnen met een nieuwe update aan de start en dat moet ons een stuk sterker maken. Hopelijk is het genoeg om met beide auto’s in de punten te eindigen, want dat is waar we thuishoren en ik wil zelf bovendien graag meer punten pakken voor het team.”

Teamgenoot Petrov laat op zijn beurt optekenen dat hij vooral hoopt dat de R31 in tegenstelling tot in Singapore wel goed uit de verf komt op het Japanse asfalt. “Het is in al die snelle bochten op Suzuka namelijk belangrijk om vertrouwen in de auto te hebben, dus ik hoop dat hij het er goed doet”, verklaart de Rus.

“Je kunt je op Suzuka eigenlijk geen fouten veroorloven, want er zijn weinig uitloopstroken. Als je met één wiel op het gras komt, ben je meestal gezien, terwijl je rondetijd sowieso verpest is als je ook maar een kleine vergissing maakt. Suzuka is hierdoor een heel moeilijk en uitdagend circuit, maar als je het er goed doet, betekent dat ook dat je er veel meer voldoening uit haalt.”