Het Renault fabrieksteam kan zich nergens achter verschuilen wat haar eigen prestaties betreft, nu naast Red Bull ook McLaren in 2018 met een Renault-motor gaat rijden.

Dat verklaart Renault-adviseur Alain Prost in gesprek met Autosport. “Het zorgt zeker voor druk”, zegt hij over de motordeal met McLaren. “We hebben er immers een directe concurrent bij, maar dat weten we dus, en we hopen dat het positieve druk voor ons zal zijn.”

“Feit blijft ook dat we iedereen gewoon moeten verslaan”, weet Prost, zelf een viervoudig wereldkampioen Formule 1, die denkt dat Renault afgelopen seizoen al een flinke stap heeft gezet: “Zesde is niet slecht, en in de tweede seizoenshelft zaten we qua performance vaak dicht in de buurt van een positie als het vierde team.”

Renault-adviseur en viervoudig wereldkampioen Prost.

Door betrouwbaarheidsproblemen moest Renault haar eigen performance wel wat terugschroeven volgens Prost. “Dat is geen excuus, maar tijdens de slotrace in Abu Dhabi hebben we wel laten zien wat we kunnen als alles op z’n plek valt.”

Nico Hülkenberg finishte in Abu Dhabi als zesde voor Renault, wat het team ook gelijk P6 bij de constructeurs opleverde. Dat is een stijging van drie posities vergeleken met 2016, het eerste jaar van Renaults comeback als constructeur.

Het doel voor 2018 is de volgende stap richting de top zetten. Belangrijk daarbij is uiteraard de eigen klantenteams te verslaan. Behalve in McLaren, dat drie lastige jaren met Honda achter de rug heeft, heeft het daarbij ook in Red Bull – in 2017 goed voor drie zeges en P3 in het WK – een goede graadmeter voor haar eigen presteren en progressie, zo heeft Renault al eerder aangegeven.