Renault-coureurs Nico Hülkenberg en Carlos Sainz ‘doen met de grote jongens mee’ nu het Franse fabrieksteam een stap vooruit heeft gezet en dienen dus hun mannetje te staan. Dat zegt teambaas Cyril Abiteboul.

Hülkenberg finishte afgelopen zondag als zevende in Austalië, terwijl Sainz als tiende over de streep kwam. Fernando Alonso (McLaren) en Max Verstappen (Red Bull) finishten voor Hülkenberg, maar de Duitser eindigde op zijn beurt wel voor Mercedes-coureur Valtteri Bottas, die achtste werd na via de pitstops aan Sainz te zijn voorbij gegaan.

Hülkenberg voor Daniel Ricciardo, Sainz en Alonso.

Met name Red Bull en McLaren, de twee andere teams die Renault-motoren gebruiken, zijn goed vergelijkingsmateriaal voor het Franse fabrieksteam – en renstallen waarmee Renault dit jaar de strijd hoopt (en verwacht?) aan te binden.

“Het is goed om te zien dat we nu coureurs hebben die het aankunnen als ze onder druk worden gezet door bijvoorbeeld Alonso en Bottas”, vertelt Abiteboul aan Autosport. Abiteboul voert daarbij wel aan dat het ook niet makkelijk inhalen was in Melbourne en de Renault-bolide beter is dan die van vorig jaar, toen het team als zesde in het WK finishte, maar niet heel regelmatig presteerde.

Om dat nu wel te doen wordt van Hülkenberg, die aan zijn tweede seizoen in Franse dienst begint, en de eind 2017 van Toro Rosso overgestapte Sainz verwacht dat ze geen steken laten vallen. “Ze moeten absoluut op de top van hun kunnen blijven presteren, want ze doen nu mee met de grote jongens”, aldus Abiteboul.