Mercedes stopt met de DTM, Porsche met het LMP1-programma. Beide merken stappen in plaats daarvan in de nabije toekomst in de Formule E. Renault bewandelt de andere weg: het stopt met elektrisch racen om alle focus op de Formule 1 te kunnen leggen. Goed nieuws voor Max Verstappen.

Renault is al vanaf het inaugurele seizoen van de Formule E (2014-2015) een vaste waarde in de ‘elektrische F1.’ Vanuit marketingperspectief was dat een logische stap: het Franse merk was immers een van de eerste met een volledig elektrische (straat)auto in het modelgamma.

Des te opmerkelijker is dan ook dat Renault na komend seizoen, dat op 2 december van start gaat in Hongkong, stopt met de Formule E. Concerngenoot Nissan neemt de inschrijving over. “We willen al onze middelen aanwenden om de ambitieuze doelen die we onszelf hebben gesteld voor de Formule 1 te bereiken”, zo luidt de verklaring van Renaults marketingbaas Thierry Koskas.

Het doel voor Renault als F1-constructeur is om in 2020 voor de wereldtitel te kunnen strijden. Daarvoor is er de afgelopen anderhalf jaar fors geïnvesteerd in de faciliteiten en het personeel. In theorie kan Renault dit jaar nog vijfde worden.

Belangrijker voor Max Verstappen, in elk geval nog voor komend seizoen, is hoe het met de motorontwikkeling gaat. In februari verkondigde technisch directeur Rémi Taffin dat ‘in 2017 het gat met de rest gedicht moet worden’. Hoewel er zeker stappen zijn gezet de afgelopen maanden, is er wat dat betreft werk aan de winkel. Teambaas Cyril Abiteboul verklaarde onlangs nog dat de motor minimaal twee tienden per ronde te kort komt op Mercedes.