De ontwikkeling van alle nieuwe technologieën voor het verkeer van alledag is niet de richting waarin de Formule 1 zich moet bewegen, zo laat Ross Brawn in Montreal weten.

“Elektrisch rijden, autonoom rijden; de auto-industrie gaat een kant op die niet Formule 1 is”, vindt Brawn. Waar het dan wel naartoe moet, is nog niet duidelijk. Feit is dat de motoren de sleutel vormen voor een gezonde en attractieve toekomst van de sport. En dat er fabrikanten moeten zijn die de krachtbronnen willen leveren.

Het huidige motorreglement is met zijn hybridetechnologie juist ingevoerd om tegemoet te komen aan de wensen van de (auto)fabrikanten, maar loopt in 2021 af. “Samen met de FIA, de teams en de geïnteresseerde motorleveranciers zijn we aan het onderzoeken wat voor type motor we in de toekomst willen”, vertelt Brawn. “We zitten een beetje op een kruispunt en moeten het pad vinden dat de fans het meeste aanspreekt. Want als die afhaken, hebben we niks meer.” Brawn benadrukt dat de Formule 1 deels om de technologie draait, maar dat het de vraag is hoever je daarin moet gaan.

Eerder werd al overeengekomen dat de motoren simpeler, luider en goedkoper moeten worden. “Er is geen team in de Formule 1 dat níet de kosten terug wil dringen.” Brawn voegt eraan toe dat hij af wil van een situatie waarin een team dominant kan zijn vanwege een surplus aan middelen. “We hebben dit jaar het geluk dat er twee teams met elkaar om de overwinningen strijden, dat neemt niet weg dat het gat naar de rest groot is. Tegelijkertijd moeten we ervoor waken dat niet alle auto’s hetzelfde worden. Ferrari moet in de toekomst nog steeds Ferrari zijn, hetzelfde geldt voor Red Bull, Mercedes, enzovoort.”

Hoe er op kortere termijn iets aan de race-actie kan worden gedaan, wordt onderzocht. “Het seizoen is nog jong, we beginnen de nieuwe auto’s nu pas een beetje te begrijpen. We zijn een werkgroep aan het samenstellen die ernaar gaat kijken, want zo makkelijk is het allemaal niet. Het zou bijvoorbeeld naïef zijn om te denken dat als we de aerodynamica reduceren, het ineens allemaal beter wordt.”