Lang heeft het niet standgehouden, het afschaffen van de traditionele donderdagse mediadag. Negen Grands Prix om precies te zijn. In Silverstone ontmoet Max Verstappen de internationale pers weer via een groepssessie in het motorhome, niet virtueel. Waar het vooral over gaat? De uitspraken van schoonvader Nelson Piquet en de crash vorig jaar met Lewis Hamilton.

Om half vijf plaatselijke tijd staat de eerste internationale groepssessie sinds maanden gepland. Red Bulls motorhome stroomt daarvoor aardig vol. Precies 51 journalisten hebben zich verzameld rondom een grote houten tafel met daarop het bordje Reserved: uiteraard voor Max Verstappen. Aanvankelijk zou de sessie achter Red Bulls garage worden gehouden, maar vanwege een eerder regenbuitje is de bijeenkomst naar binnen verplaatst.

Een paar minuten later dan gepland gaat Verstappen op de voor hem bestemde kruk zitten, met een batterij telefoons voor zijn neus die al zijn antwoorden haarscherp registreren. De openingsvraag, hoe kan het ook anders, gaat over de uitspraken van zijn schoonvader Nelson Piquet. De drievoudig wereldkampioen Formule 1 noemde Lewis Hamilton in een (oude) podcast ‘neguinho’, vrij vertaald kleine neger.

Verstappen weet dat de vraag zou komen. “Iedereen is tegen racisme”, stelt hij. De woorden die gebruikt zijn, waren niet juist, zo voegt hij eraan toe. “Laat het een les voor de toekomst zijn om dat woord niet te gebruiken. Het is beledigend.” Maar hij neemt het ook op voor Piquet. “Ik heb vaak met Nelson gesproken. Hij is echt geen racist, maar een aardige en relaxte vent. Toch, meent Verstappen, is het beter het woord dat Piquet heeft gebruikt, niet te gebruiken. Het N-woord helemaal niet, maar sowieso geen scheldwoorden. Tegen niemand, ongeacht huidskleur.  

Nee, hij heeft op donderdag nog niet met zijn Britse collega gesproken. Volgens Verstappen hoeft dat met betrekking tot dit onderwerp ook niet. “Lewis heeft mijn respect, zoals alle coureurs dat hebben. Hij weet hoe ik erover denk. Samen met de Formule 1 en Lewis steunen wij alle initiatieven die al genomen zijn.”

Het gesprek leidt na een technische vraag toch weer naar Piquet. Of hij het er met over heeft gehad? “Het is niet aan mij om er met mijn schoonvader over te praten. Hij heeft mij niet nodig wat wel en niet goed is, dat weet hij zelf echt wel. Mensen noemen hem nu een racist. Dat is hij niet, maar dit soort woorden moet hij gewoon niet gebruiken.”

Een levenslang verbod voor het rennerskwartier voor Piquet, zoals de geruchten zeggen, zou Verstappen niet gepast vinden. “Door mensen te verbannen help je de situatie niet”, gelooft hij. “Je moet blijven communiceren. Ik vind dat mensen tweede kans verdienen. Om te laten zien dat ze geleerd hebben van wat ze verkeerd hebben gedaan.” Daarmee is dat thema wel afgerond, vindt Verstappen.

Volgende gespreksonderwerp dan maar: de botsing met Hamilton vorig jaar. Impact 51G, naar het ziekenhuis en pissig omdat zijn rivaal na afloop van de door hem gewonnen race met geen woord over hem repte. Tijd heelt alle wonden, luidt Verstappens respons. “Het was niet de beste zondag voor mij. Maar zulke dingen gebeuren. Ik kijk ook nooit veel terug, maar liever vooruit. Natuurlijk houd je er herinneringen aan, maar het beïnvloedt me niet. Ik heb de muur ook op andere circuits geraakt. Weet je”, zo doceert de wereldkampioen, “het mooie van coureurs is: je bent boos maar je kunt ook snel verder gaan en weer hard tegen elkaar racen. Als je ziet hoe we dit jaar met elkaar omgaan: het ligt achter ons. Het is gebeurd, crashes gebeuren. Sommige zijn pijnlijker dan andere. Maar we houden ervan tegen elkaar te racen, hebben respect voor elkaar. Lewis en ik wilden elkaar gewoon verslaan. De boosheid is weg, ik denk met een glimlach terug aan het vorige seizoen. Er waren wat negatieve momenten. Maar die heb je altijd.”