De race in Spa betekende voor Carlos Sainz de vierde uitvalbeurt op rij. De debutant is er helemaal klaar mee, maar houdt de moed erin.

Tweeënhalve maand – zo lang is het alweer geleden dat Carlos Sainz voor het laatste de finish haalde. Sindsdien liet elke race, nu al vier keer op rij, zijn auto hem in de steek. In België was het zelfs voor de start al raak. “In de opwarmronde voelde ik dat ik geen vermogen had, dus ik moest de pits in”, vertelt de Spanjaard.

De monteurs lapten de Toro Rosso snel op, zodat Sainz alsnog de baan op kon. “Maar toen lag ik al twee ronden achter, dus ik kon nergens om vechten. Ik kon hoogstens op regen hopen.” Die kwam niet, en om de motor te sparen besloot het team om Sainz in de 32e ronde terug te trekken.

“Een heel frustrerend einde van een goed weekend”, klaagt Sainz. Hij heeft schoon genoeg van de uitvalbeurten, die hem van een aantal potentiële puntenfinishes beroofd hebben. “Ik wil wanhopig graag een race uitrijden. Iedere keer val ik uit terwijl ik om de punten vecht.”

Maar Sainz laat zich er niet door kisten, en weet dat het een keer afgelopen zal zijn met alle tegenspoed. “Ik laat het me niet klein krijgen. Ik blijf zo hard mogelijk rijden, om te laten zien wat ik kan, zoals in de kwalificatie bijvoorbeeld. De wereld is soms nou eenmaal oneerlijk, en ik weet zeker dat ik binnenkort meer geluk zal hebben. Hopelijk in Monza.”