Carlos Sainz had er alle begrip voor dat de wedstrijdleiding de Grand Prix van Brazilië tot twee keer toe stil legde. Volgens de Toro Rosso-coureur waren de omstandigheden af en toe zeer verraderlijk.

“Als je thuis tv kijkt kan je makkelijk zeggen: waarom racen die gasten niet, dit is geen Formule 1 meer. Maar vanuit de auto was het ongelofelijk hoe moeilijk en gevaarlijk het was”, zegt Sainz. De Spanjaard leek af te gaan op de vierde plek, maar viel in de slotfase terug tot P6.

Vooral toen Kimi Räikkönen na twintig ronden in de muur was beland, was de situatie volgens Sainz hachelijk. “Kimi stond ineens achterstevoren voor me op de baan”, vertelt hij. “Het scheelde tien meter of ik had hem met driehonderd kilometer per uur geraakt. Van driehonderd naar nul, moet je je voorstellen wat een gigantische klapper dat was geweest.”

Sainz vindt het dus niet zo gek dat de coureurs meer dan een uur in de pits stonden in de hoop dat de weersomstandigheden zouden verbeteren. “Aquaplaning lag overal op de loer. Ik neem het de raceleiding niet kwalijk dat ze het zekere voor het onzekere namen, want het was heel, heel moeilijk.”