Niet alleen bij Mercedes moet er voor de race in Mexico nog een aanvaring tussen haar coureurs worden uitgesproken, ook tussen het Sauber-duo vond in Austin een botsing plaats waar het laatste woord nog niet over is gesproken.

Waar het contact in de eerste bocht tussen de Mercedes-rijders veelvuldig werd herhaald en geanalyseerd, daar was afgelopen zondag slechts in een korte herhaling te zien hoe Sauber-coureurs Felipe Nasr en Marcus Ericsson in duel in het achterveld met elkaar in aanraking kwamen. Nasr probeerde in ronde twee in de eerste bocht binnendoor te gaan bij Ericsson, maar die hield zijn lijn aan, waardoor Nasr zijn voorvleugel op Ericssons auto stuk reed.

Voor Nasr betekende het een vroege stop, waarbij het team gelijk de gok nam zijn intermediates voor slicks om te ruilen. Die gok bleek verkeerd, waardoor Nasr gelijk een ronde later weer naar de pits moest en nog meer tijd verloor. Aan het eind van de rit scoorde Nasr alsnog twee punten voor Sauber, maar dat betekent nog niet dat de kous af is voor teambaas Monisha Kaltenborn, zo maakt ze duidelijk tegenover Autosport.

“Dit soort dingen mogen gewoon niet gebeuren, punt uit”, verklaart Kaltenborn. “Het is prima als je een gezonde rivaliteit met elkaar hebt, maar het gaat te ver als er een botsing plaatsvindt. We gaan dus ook zeker met Felipe en Marcus over spreken. Ik ben boos om wat er is gebeurd, want dit zijn precies de soort fouten die we niet zouden moeten maken. Als team zijn we beter dan dit.”

Ericsson en Nasr hebben elk hun eigen lezing over de aanvaring. Ericsson: “Felipe zat vlak achter me, maar er hing een gele vlag bij de eerste bocht, dus ik dacht niet dat ik me hoefde te verdedigen. Hij probeerde me echter toch te passeren en reed daarbij hard tegen de achterkant van mijn auto aan. We hadden dus geluk dat we niet in één keer allebei uitgeschakeld waren.”

Zoals gezegd, ziet Nasr het anders. “We reden op intermediates en dan rijdt iedereen andere lijnen. Ik wilde Marcus dus ook niet inhalen, maar koos gewoon de binnenste lijn”, legt hij uit. “Ik dacht dat Marcus me wel had gezien, maar blijkbaar niet. Ik was hoe dan ook de enige met schade en ondervond dus ook veel hinder van de gebroken voorvleugel.”