Sauber-coureurs Marcus Ericsson en Felipe Nasr hadden op meer dan de dertiende en zestiende plek in de kwalificatie gehoopt, al ziet het tweetal zeker nog kans op punten.

“Ik moet het team in de eerste plaats bedanken voor hun harde werk van afgelopen nacht en het opnieuw opbouwen van de auto”, spreekt Ericsson, die zijn Sauber-C34 in de twee vrijdagtraining kort reed nadat hij een fout maakte bij Pouhon.

Ondanks dat Ericsson zijn Sauber zwaar beschadigde in VT2, reed hij daarin wel een achtste tijd, terwijl Nasr negende was in de tweede vrijdagsessie. Dat het deze klasseringen niet wist te evenaren in de kwalificatie, lijkt de belangrijkste reden voor de onvrede van de Zweed en Braziliaan.

“Dit is een beetje teleurstellend”, laat Ericsson inderdaad weten, al is er volgens hem ook iets positiefs te melden: “Het is fijn dat we dit weekend progressie hebben geboekt als je het vergelijkt met hoe het de vorige raceweekends ging”, stelt hij.

Volgens Ericsson kan Sauber, dat dit weekend voor het eerst de verbeterde motor gebruikt waar leverancier Ferrari al begin juni mee kwam, zeker nog punten scoren. Hoewel Nasr al naar de eerste heat klaar was, is ook hij daar van overtuigd: “Want op Spa is alles mogelijk en kun je bovendien goed inhalen”, weet de coureur die zich als zestiende kwalificeerde, maar door de gridstraf van Max Verstappen als vijftiende mag starten.

Over zijn kwalificatie en zijn exit in Q1 kan Nasr verder kort zijn. “Het was teleurstellend. Het was zeker mogelijk om Q2 te halen, maar tot mijn verrassing lukte dat toch niet. Ik had niet genoeg grip tijdens mijn tweede run en we moeten achterhalen hoe dat kwam.”